JOR 2008/330:Faillissement, bestuurdersaansprakelijkheid, bevoegdheid, internationaal privaatrecht, connexiteit

JOR 2008/330

Faillissement, bestuurdersaansprakelijkheid, bevoegdheid, internationaal privaatrecht, connexiteit

Documentgegevens:

Hof Amsterdam 16-09-2008, ECLI:NL:GHAMS:2008:BG3723

Instantie: Hof Amsterdam
Datum: 16 september 2008
Zaaknummer: 106007308/01
LJN: BG3723
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Insolventierecht / Faillissement
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:GHAMS:2008:BG3723, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑09‑2008
Wetingang: art. 2:9, 2:14, 2:138, 2:139, 6:162 BW; art. 7 Rv; art. 2, 6 Brussel I; art. 4, 25 Insolventieverordening; art. 2, 3 Wet conflictenrecht corporaties

Essentie

“Bestuurder” is geen bestuurder geweest: Nederlandse rechter onbevoegd

Samenvatting

Jomed NV is in staat van faillissement verklaard. De curator stelt thans Eriksson en Ristinmaa (beiden woonachtig in Zweden, hierna Eriksson c.s.) aansprakelijk voor het boedeltekort. Eriksson c.s. hebben gesteld dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is van de vorderingen tegen Eriksson kennis te nemen, omdat Eriksson nooit bestuurder van Jomed NV is geweest. Daartoe hebben Eriksson c.s. aangevoerd dat het besluit tot benoeming van Eriksson nietig is wegens strijd met de statuten. Dit is door de curator niet bestreden. Het hof oordeelt dan ook dat Eriksson nooit bestuurder van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.