AB 2012/294
Schending eerlijk proces, art. 6 lid 1 EVRM. Bestuursrechtelijke rechtsgang valt onder omstandigheden onder de reikwijdte van de onschuldpresumptie van art. 6 lid 2 EVRM. Vaststelling schuld is bepalend.
EHRM 27-09-2011, ECLI:NL:XX:2011:BX8085, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
27 september 2011
- Magistraten
A. Kovler, N. Vajić, P. Lorenzen, K. Hajiyev, M. Lazarova Trajkovska, J. Laffranque, L.-A. Sicilianos
- Zaaknummer
23272/07
- Noot
T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- LJN
BX8085
- JCDI
JCDI:ADS912102:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2011:BX8085, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 27‑09‑2011
- Wetingang
EVRM art. 6 leden 1 en 2
Essentie
Schending eerlijk proces, art. 6 lid 1 EVRM. Samenloop bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedure. Bestuursrechtelijke rechtsgang valt onder omstandigheden onder de reikwijdte van de onschuldpresumptie van art. 6 lid 2 EVRM. Vaststelling schuld is bepalend.
Samenvatting
Klager is woonachtig in Kroatië en heeft daar een hoge positie als ambtenaar. Op 18 december 2003 wordt hij in een strafzaak schuldig bevonden aan het plegen van strafbare feiten. Tegen de uitspraak stelt klager beroep in. Op 8 mei 2006 wordt de uitspraak door de rechtbank vernietigd. Tevens worden alle aanklachten ingetrokken.
Ondertussen wordt klager in een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.