V-N 2021/40.16:Suppletieplicht art. 10a AWR niet in strijd met nemo-teneturbeginsel

V-N 2021/40.16

Suppletieplicht art. 10a AWR niet in strijd met nemo-teneturbeginsel

Documentgegevens:

HR 24-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1351, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 24 september 2021
Magistraten: Faase, Punt, Van Hilten, Beukers-van Dooren, Boerlage
Zaaknummer: 19/01550
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS293691:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Boete
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2021:1351, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑09‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:611, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑05‑2019
Wetingang: art. 5:1 lid 3 Awb; art. 10a AWR; art. 6 EVRM; art. 15 Uitv.besl. OB 1968

Essentie

De Hoge Raad oordeelt dat de suppletieplicht van art. 10a AWR juncto art. 15 UB OB voor de bestuurlijke boete niet, maar voor strafrechtelijke doeleinden wel in strijd is met het nemo-teneturbeginsel.

Samenvatting

In de aangifte BTW over het tweede kwartaal van 2011 trekt X bv een bedrag van € 209.000 aan voorbelasting af voor de aankoop van onroerende zaken. Als de aankoop uiteindelijk niet doorgaat, boekt X bv de factuur terug en neemt zij de op aangifte teruggevraagde BTW als schuld op haar balans per 31 december 2011 op. De BTW wordt echter niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.