NJ 1941/835
Echtscheidingsvonnls. Berusting door de verklaring van de in het ongelijk gestelde vrouw aan den Griffier der Rechtb., dat zij in het vonnis berust?
HR 03-04-1941, ECLI:NL:HR:1941:64, m.nt. P. Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 april 1941
- Magistraten
Mrs. Fockema Andreae, Suringar en Maassen, Prof. Dr. Ir. Minderhoud, van den Heuvel.
- Zaaknummer
[03041941/NJ_1941-835]
- Conclusie
Conclusie van den Proc.-Gen. Berger.
- Noot
P. Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS131709:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1941:64, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑04‑1941
- Wetingang
(Pw 1937 art. 1; Besluit mondelinge pachtovereenkomst 1940 art. 3.)
Essentie
Echtscheidingsvonnls. Berusting door de verklaring van de in het ongelijk gestelde vrouw aan den Griffier der Rechtb., dat zij in het vonnis berust?
Samenvatting
Door bovengenoemde verklaring kon niet worden bereikt, dat in het vonnis was berust. Immers, berusten in den zin van art. 334 Rv. is een te kennen geven aan de wederpartij van den wil om zich bij het gevallen vonnis neer te leggen, hoedanig te kennen geven in voormelde verklaring, waarvan niet blijkt, dat die toen ter kermis van de wederpartij kwam, niet ligt opgesloten. (I. c. werd het beroep op het in kracht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.