JWB 2015/35
Familierecht; huwelijksvermogensrecht, procesrecht
HR 23-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:116
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 januari 2015
- Zaaknummer
14/02201
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:116, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1998, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2014
Essentie
Familierecht; huwelijksvermogensrecht, procesrecht
Samenvatting
Casus
Partijen zijn gehuwd geweest met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. De huwelijkse voorwaarden van partijen bevatten een periodiek verrekenbeding. De man is zelfstandig ondernemer en directeur/grootaandeelhouder van een BV. De vrouw was tijdens het huwelijk werkzaam in de onderneming van de man. Voor zover in cassatie van belang verzoekt de man in dit geding in verband met de beëindiging van het huwelijk de vermogensrechtelijke afwikkeling daarvan overeenkomstig het in de huwelijkse voorwaarden bepaalde. De Rechtbank overweegt dat partijen nimmer uitvoering hebben gegeven aan het periodiek verrekenbeding en dat alsnog verrekend moet worden op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.