Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië inzake sociale zekerheid
Artikel 21 Indiening van documenten
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2003
- Bronpublicatie:
02-07-2001, Trb. 2002, 95 (uitgifte: 10-05-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2003, Trb. 2003, 107 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Aanvragen, mededelingen of beroepschriften inzake de vaststelling of betaling van uitkeringen krachtens de wetgeving van een Partij, die ingevolge deze wetgeving binnen een bepaalde termijn ingediend moesten zijn bij een bevoegde autoriteit, een bevoegd orgaan of een rechterlijke instantie van deze Partij, maar die binnen eenzelfde termijn zijn ingediend bij een bevoegde autoriteit, een bevoegd orgaan of een rechterlijke instantie van de andere Partij, worden behandeld alsof zij zijn ingediend bij de bevoegde autoriteit, het bevoegde orgaan of de rechterlijke instantie van eerstbedoelde Partij. De datum waarop die aanvragen, mededelingen of beroepschriften bij de bevoegde autoriteit, het bevoegde orgaan of de rechterlijke instantie van de ene Partij zijn ingediend, wordt, slechts voor de beoordeling van het recht op uitkering, beschouwd als de datum waarop deze zijn ingediend bij de bevoegde autoriteit, het bevoegde orgaan of de rechterlijke instantie van de andere Partij.
2.
Een aanvraag om uitkering krachtens de wetgeving van de ene Partij wordt beschouwd als een aanvraag om een overeenkomstige uitkering krachtens de wetgeving van de andere Partij, mits de aanvrager:
- a.
verzoekt de aanvraag te beschouwen als een aanvraag krachtens de wetgeving van de andere Partij, of
- b.
bij de aanvraag inlichtingen verstrekt waaruit blijkt dat de tijdvakken van wonen of de verzekeringstijdvakken krachtens de wetgeving van de andere Partij zijn vervuld, en de aanvraag door het bevoegde orgaan van de andere Partij is ontvangen binnen zes maanden vanaf de datum van indiening bij de eerstbedoelde Partij.
3.
Indien het eerste of tweede lid van toepassing is, draagt de bevoegde autoriteit, het bevoegde orgaan of de rechterlijke instantie waarbij de aanvraag, de mededeling of het beroepschrift is ingediend, dit document onverwijld over aan de bevoegde autoriteit, het bevoegde orgaan of de rechterlijke instantie van de andere Partij.
4.
De verwijzing in het eerste lid naar een beroepschrift is een verwijzing naar een document betreffende een beroep dat kan worden aangetekend bij een administratief lichaam dat is ingesteld door, of voor de bestuursrechtelijke toepassing van de onderscheiden wetgevingen.