Einde inhoudsopgave
Regeling op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 3.34 Postacademische instellingen
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2023
- Redactionele toelichting
Hoofdstuk 3, zoals dat luidde op 28-11-2023, blijft van toepassing op de subsidies verstrekt op grond van artikel 4a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid voor de jaren 2021 tot en met 2024.
- Bronpublicatie:
20-11-2023, Stcrt. 2023, 32605 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: WJZ/42300229)
- Inwerkingtreding
29-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2023, Stcrt. 2023, 32605 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: WJZ/42300229)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De minister kan subsidie verstrekken aan een instelling met als kernactiviteit het verzorgen van een begeleidingsprogramma op het terrein van beeldende kunst, dat een vervolg is op een bachelor- of masteropleiding op het gebied van de kunst, indien de instelling een internationaal toonaangevend programma verzorgt en ten minste tien deelnemers begeleidt.
2.
De minister verstrekt op grond van het eerste lid aan ten hoogste vijf instellingen subsidie.