Einde inhoudsopgave
Akkoord tussen de lidstaten van de Europese Unie betreffende de status van de militairen en leden van het burgerpersoneel die bij de instellingen van de Europese Unie gedetacheerd zijn, van de hoofdkwartieren en de strijdkrachten die ter beschikking van de Europese Unie kunnen worden gesteld in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 17, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en van de militairen en leden van het burgerpersoneel van de lidstaten die aan de Europese Unie beschikbaar zijn gesteld om in dit kader op te treden
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
17-11-2003, Trb. 2004, 142 (uitgifte: 01-06-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2019, Trb. 2019, 55 (uitgifte: 05-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Dit akkoord wordt aan de lidstaten ter goedkeuring voorgelegd volgens hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen.
2.
De lidstaten stellen de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie in kennis van de voltooiing van de grondwettelijke procedures voor de goedkeuring van dit akkoord.
3.
Dit akkoord treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de kennisgeving van de voltooiing van de in lid 2 bedoelde grondwettelijke procedures door de lidstaat die als laatste deze handeling verricht.
4.
De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie treedt op als depositaris van dit akkoord. De depositaris maakt dit akkoord, alsmede de informatie over de inwerkingtreding van het akkoord na de voltooiing van de in lid 2 bedoelde grondwettelijke procedures, bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.
5
a.
Dit akkoord is van toepassing in het moederland van de lidstaten van de Europese Unie.
b.
Elke lidstaat kan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie ervan in kennis stellen dat het akkoord ook van toepassing is op andere grondgebieden voor welker internationale betrekkingen de betrokken lidstaat verantwoordelijk is.
6
a.
Het in deel I en deel III van het akkoord bepaalde is slechts van toepassing op hoofdkwartieren en strijdkrachten, alsmede op het personeel daarvan, die ter beschikking zijn gesteld van de EU ter voorbereiding en uitvoering van de in artikel 17, lid 2, VEU, bedoelde taken, waaronder oefeningen, voor zover de status van deze hoofdkwartieren en strijdkrachten, alsook van het personeel daarvan, niet geregeld is in een ander akkoord.
b.
In de gevallen waarin de status van de hoofdkwartieren en strijdkrachten, alsook van het personeel daarvan, geregeld wordt in een ander akkoord, en deze optreden in het kader van hun terbeschikkingstelling van de EU, kunnen specifieke regelingen worden getroffen tussen de EU en de betrokken staten en organisaties waarin wordt bepaald welke regeling van toepassing zal zijn op de betrokken operatie of oefening.
c.
Indien het niet mogelijk is geweest, dergelijke specifieke regelingen te treffen, blijft het andere akkoord van toepassing op de betrokken operatie of oefening.
7.
In de gevallen waarin derde landen deelnemen aan activiteiten waarop dit akkoord van toepassing is, kunnen de akkoorden en regelingen waarin deze deelneming wordt geregeld, bepalen dat dit akkoord in dat verband ook van toepassing is op deze derde landen.
8.
De bepalingen van dit akkoord kunnen gewijzigd worden bij eenparige schriftelijke overeenstemming tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen.