Wetboek van Strafvordering
Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering:Artikel 226r [Maatregelen ter waarborging identiteit]
Wetboek van Strafvordering
Artikel 226r [Maatregelen ter waarborging identiteit]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-11-2006
- Bronpublicatie:
28-09-2006, Stb. 2006, 460 (uitgifte: 24-10-2006, kamerstukken: 29743)
- Inwerkingtreding
01-11-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2006, Stb. 2006, 461 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
De rechter-commissaris neemt, indien hij het in artikel 226n, eerste lid, omschreven bevel geeft, hetzij ambtshalve, hetzij op vordering van de officier van justitie, de maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om de identiteit van de afgeschermde getuige en de persoon ten aanzien van wie een verzoek of een vordering als bedoeld in artikel 226n, eerste lid, wordt gedaan, verborgen te houden.
2.
Artikel 226f, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.