Computerrecht 2014/186:De zaak betreft de uitwisseling van telecommunicatiegegevens tussen nationale veiligheidsdiensten en de afweging tussen de fundamentele rechten van individuen en van “eenieder” waarvoor de eisende partijen opkomen, waaronder het belang bij respect voor het privéleven van het individu, en het algemeen belang van internationale samenwerking ten behoeve van nationale veiligheid. De rechtsvraag is of de Staat (AIVD en MIVD) tegenover eisers onrechtmatig handelt door het ontvangen en het eventueel gebruiken van gegevens van buitenlandse diensten die zijn vergaard op een wijze die mogelijk in strijd is met de hier geldende regels van verdragen (EVRM en EU-Handvest) en de nationale wetgeving (Wiv 2002). Eisers stelden dat de handelswijze van de Nederlandse Staat in strijd was met het nationale en internationale recht. De Rechtbank stelde dat de uitwisseling van telecommunicatiegegevens tussen de Nederlandse Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Amerikaanse National Security Agency (NSA) niet onrechtmatig wordt geacht op grond van het beschermen van de nationale veiligheid.