NJ 2019/74
OM ontvankelijk in strafvervolging na toepassing civielrechtelijke lijfsdwang.
HR 13-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2017, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 november 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
17/01081
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS13655:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Dwanginvordering
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2017, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:444, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2017
- Wetingang
Art. 68 Sr
Essentie
OM ontvankelijk in strafvervolging na toepassing civielrechtelijke lijfsdwang.
Samenvatting
Op last van de civiele rechter is de verdachte een jaar gegijzeld om hem te dwingen zijn belastingschuld te voldoen en inlichtingen over zijn inkomens- en vermogenspositie te verschaffen. Toen dat geen resultaat had, werd hij vervolgd ter zake van schending van zijn informatieplicht jegens de fiscus. Art. 68 Sr is in casu niet van toepassing, nu geen sprake is van meer onherroepelijke beslissingen van de strafrechter. ’s Hofs oordeel dat de vervolging wel in strijd is met het aan art. 68 Sr ten grondslag liggende ne bis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.