Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/942 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators
Artikel 24 Taken van de directeur
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/942)
- Inwerkingtreding
04-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/942)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
EU-recht / Instituties
Energierecht / Distributie
1.
De directeur:
- a)
is de wettelijke vertegenwoordiger van ACER en is met de dagelijkse leiding ervan belast;
- b)
bereidt de werkzaamheden van de raad van bestuur voor, neemt — zonder stemrecht — deel aan de werkzaamheden van de raad van bestuur en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de door de raad van bestuur genomen besluiten;
- c)
stelt adviezen, aanbevelingen en besluiten op, pleegt er overleg over, neemt deze aan en maakt deze bekend;
- d)
zorgt voor de tenuitvoerlegging van het jaarlijkse werkprogramma van ACER, zulks volgens de aanwijzingen van de raad van regulators en onder het administratief toezicht van de raad van bestuur;
- e)
neemt de nodige maatregelen, met name met betrekking tot de vaststelling van interne administratieve instructies en de publicatie van nota's, om ervoor te zorgen dat ACER werkt overeenkomstig deze verordening;
- f)
stelt jaarlijks een ontwerpwerkprogramma van ACER voor het volgende jaar op en dient het, na goedkeuring van het ontwerp door de raad van bestuur, elk jaar op 31 januari in bij de raad van regulators, het Europees Parlement en de Commissie.
- g)
is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programmeringsdocument en voor de rapportage aan de raad van bestuur;
- h)
stelt een voorlopige ontwerpraming van ACER op ingevolge artikel 33, lid 1, en voert de begroting van ACER uit overeenkomstig de artikelen 34 en 35;
- i)
stelt jaarlijks een ontwerpjaarverslag op waarin een apart hoofdstuk over de reguleringswerkzaamheden van ACER en een hoofdstuk over financiële en administratieve aangelegenheden is opgenomen, en legt dit voor aan de raad van bestuur;
- j)
stelt een actieplan op voor de follow-up van de conclusies van interne of externe auditverslagen en evaluaties, alsmede onderzoeken van OLAF, en rapporteert tweemaal per jaar aan de Commissie en regelmatig aan de raad van bestuur over de geboekte vooruitgang;
- k)
is verantwoordelijk voor het besluit of het, om de taken van ACER op een efficiënte en effectieve manier uit te voeren, nodig is een of meer personeelsleden in een of meer lidstaten te vestigen.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onder k), wint de directeur, alvorens te besluiten een plaatselijk kantoor op te zetten, het advies in van de betrokken lidstaten, met inbegrip van de lidstaat waar ACER zijn zetel heeft, en verkrijgt hij de voorafgaande toestemming van de Commissie en de raad van bestuur. In het besluit, dat gebaseerd is op een passende kosten-batenanalyse, wordt het toepassingsgebied gespecificeerd van de activiteiten die in dat lokale kantoor moeten worden uitgevoerd, op zodanige wijze dat onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van ACER worden vermeden.
2.
Voor de toepassing van lid 1, eerste alinea, onder c), van dit artikel worden de in artikel 3, lid 1, de artikelen 4 tot en met 8, artikel 9, leden 1 en 2, artikel 10, artikel 11, onder c), artikel 13, artikel 15, lid 4, en de artikelen 30 en 43 bedoelde adviezen, aanbevelingen en besluiten alleen vastgesteld na een gunstig advies van de raad van regulators.
De directeur zendt de ontwerpadviezen, -aanbevelingen, of -besluiten, voordat ze ter stemming aan de raad van regulators worden voorgelegd, tijdig ter raadpleging toe aan de bevoegde werkgroep.
De directeur:
- a)
neemt de opmerkingen en wijzigingen van de raad van regulators in aanmerking en dient het herziene ontwerp van advies, aanbeveling of besluit opnieuw in bij de raad van regulators om een advies te verkrijgen;
- b)
kan de ingediende ontwerpadviezen, -aanbevelingen en -besluiten intrekken op voorwaarde dat hij een naar behoren onderbouwde schriftelijke motivering indient wanneer hij niet instemt met de door de raad van regulators ingediende wijzigingen;
In geval van intrekking van een ontwerpadvies, -aanbeveling of -besluit kan de directeur een nieuw ontwerp van advies, aanbeveling of besluit uitbrengen volgens de procedure als beschreven in artikel 22, lid 5, onder a), en in de tweede alinea van het onderhavige lid. Voor de toepassing van de derde alinea, onder a), van dit lid verstrekt de directeur, daar waar hij afwijkt van de door de raad van regulators ingediende opmerkingen en wijzigingen of deze verwerpt, tevens een naar behoren onderbouwde schriftelijke uitleg hieromtrent.
Indien de raad van regulators geen gunstig advies uitbrengt over de opnieuw voorgelegde tekst van het ontwerp van advies, aanbeveling of besluit omdat met zijn opmerkingen en wijzigingen onvoldoende rekening is gehouden in die tekst, kan de directeur de tekst van het ontwerp van advies, aanbeveling of besluit verder aanpassen in overeenstemming met de door de raad van regulators voorgestelde wijzigingen en opmerkingen teneinde zijn gunstig advies te verkrijgen, zonder dat hij hierbij de bevoegde werkgroep opnieuw hoeft te raadplegen of een aanvullende schriftelijke motivering moet verstrekken.