JWB 2016/312
Zorgplicht, schending, schadevergoeding, verdeling, tussenpersoon, vergunning
HR 02-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2012
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 september 2016
- Zaaknummer
14/04914
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2012, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:35, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑09‑2014
- Wetingang
Art. 7 Wte 1995, art. 10 Wte 1995, art. 6:101 BW
Essentie
Zorgplicht, schending, schadevergoeding, verdeling, tussenpersoon, vergunning
Samenvatting
Casus
De eiser tot cassatie heeft door de tussenkomst van een derde een effectenleaseovereenkomst gesloten met de rechtsvoorgangster van de verweerster om cassatie, een bank. Met het op basis van deze overeenkomst geleende bedrag zijn effecten in vier fondsen door de eiser tot cassatie aangekocht. Gedurende de looptijd van de overeenkomst is de eiser tot cassatie rente aan de verweerster in cassatie verschuldigd. Het geleende bedrag en de verschuldigde rente vormen tezamen de leasesom. De verweerster in cassatie heeft in verband met een betalingsachterstand van de eiser tot cassatie de overeenkomst beëindigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.