AB 2022/11
Gemeentelijke gronduitgifte. Privaatrechtelijke overheidsovereenkomst. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Gelijkheidsbeginsel. Schaarste. Verplichting tot het bieden van mededingingsruimte. Selectiecriteria. Passende mate van openbaarheid. Staatssteun?
HR 26-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1778, m.nt. F.J. van Ommeren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/00123
- Noot
F.J. van Ommeren
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS627106:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1778, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:243, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑01‑2020
- Wetingang
Art. 3:14 BW
Essentie
Gemeentelijke gronduitgifte. Privaatrechtelijke overheidsovereenkomst. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Gelijkheidsbeginsel. Schaarste. Verplichting tot het bieden van mededingingsruimte. Selectiecriteria. Passende mate van openbaarheid. Staatssteun?
Samenvatting
Op grond van art. 3:14 BW mag een bevoegdheid die krachtens het burgerlijk recht aan een overheidslichaam toekomt, niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht. Tot de regels van publiekrecht behoren de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit betekent dat een overheidslichaam bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten de algemene beginselen van behoorlijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.