Einde inhoudsopgave
Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)
§ 15 Werkterrein
Geldend
Geldend vanaf 30-01-2012
- Bronpublicatie:
19-01-2012, Stcrt. 2012, 1567 (uitgifte: 30-01-2012, regelingnummer: 2011-2000541953)
- Inwerkingtreding
30-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-01-2012, Stcrt. 2012, 1567 (uitgifte: 30-01-2012, regelingnummer: 2011-2000541953)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1
Indien in het bestek oppervlakten van grond of water als werkterrein zijn aangeduid, heeft de aannemer daarover de kosteloze beschikking, zolang de uitvoering van het werk dit nodig maakt. Gebruik van ander terrein of water als werkterrein is voor rekening van de aannemer.
2
De directie wijst aan, na overleg met de aannemer, welke gedeelten van het werkterrein in gebruik mogen worden genomen als opslagplaatsen en voor de plaatsing van keten, loodsen, hulpwerken en andere hulpmiddelen.
3
De aannemer kan vóór de aanvang van het werk schriftelijk vorderen, dat de toestand van het werkterrein zo goed mogelijk wordt vastgesteld, in welk geval de opneming door de directie in samenwerking met en voor rekening van de aannemer ten spoedigste plaats vindt. Indien daarbij afwijkingen ten opzichte van de in het bestek omschreven toestand aan het licht komen, is het bepaalde in § 29, derde lid, van toepassing.
4
Na gebruik en uiterlijk bij de oplevering moet het werkterrein naar genoegen van de directie zoveel mogelijk weder in de oorspronkelijke toestand worden opgeleverd.