NJ 2019/415
Aansprakelijkheidsrecht. Onrechtmatige overheidsdaad; strafrechtelijk optreden. Toetsing aan criteria arrest-Begaclaim; onschuld niet gebleken; niet ten onrechte als verdachte aangemerkt. Evenmin onrechtmatigheid door verschillende transcripties tapgesprekken.
Hof Den Haag 22-11-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:4376, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
22 november 2016
- Magistraten
Mrs. J.J. van der Helm, A. Dupain, H.C. Grootveld
- Zaaknummer
200.065.022/04
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS93695:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2016:4376, Uitspraak, Hof Den Haag, 22‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 89, 591a Sv; art. 6 lid 2 EVRM
Essentie
Aansprakelijkheidsrecht. Onrechtmatige overheidsdaad; strafrechtelijk optreden.
Toetsing aan criteria arrest-Begaclaim; onschuld niet gebleken; niet ten onrechte als verdachte aangemerkt. Evenmin onrechtmatigheid door verschillende transcripties tapgesprekken.
Samenvatting
Appellanten zijn levenspartners. Appellant hield zich bezig met het snijden van stoffen ten behoeve van de confectie-industrie. Bij een inval in het door hem gehuurde bedrijfspand is een XTC-laboratorium ontmanteld en een hoeveelheid vloeibare XTC inbeslaggenomen. Appellanten zijn door de strafrechter vrijgesproken van de hun tenlastegelegde overtredingen van de Opiumwet. Aan appellant is op de voet van artikel 89 en artikel 591a Sv schadevergoeding toegekend. Appellanten vorderen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.