NJB 2020/1897
Schadevergoeding. Vervolg op HR 4 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2462. Hoge Raad: 1. Wettelijke rente. Ingangsdatum. Door niet in te gaan op de stelling van eiser dat hij schade heeft geleden op 1 juli 2008 en 1 januari 2009, heeft het hof zijn oordeel over de ingangsdatum van de wettelijke rente niet toereikend gemotiveerd. 2. Proceskosten in cassatie. Omdat verweerster in cassatie haar verweer tijdig heeft prijsgegeven, te weten voordat zij haar cassatieberoep schriftelijk toelichtte, zal geen veroordeling in de proceskosten in cassatie volgen
HR 10-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1253
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01269
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1253, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:293, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2020
- Wetingang
Essentie
Schadevergoeding. Vervolg op HR 4 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2462. Hoge Raad: 1. Wettelijke rente. Ingangsdatum. Door niet in te gaan op de stelling van eiser dat hij schade heeft geleden op 1 juli 2008 en 1 januari 2009, heeft het hof zijn oordeel over de ingangsdatum van de wettelijke rente niet toereikend gemotiveerd. 2. Proceskosten in cassatie. Omdat verweerster in cassatie haar verweer tijdig heeft prijsgegeven, te weten voordat zij haar cassatieberoep schriftelijk toelichtte, zal geen veroordeling in de proceskosten in cassatie volgen
Partij(en)
A, adv. mr. D.Th.J. van der Klei, vs. CAV, adv. mr. M.E. Franke. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.