RvdW 2009, 1159
Relatieve (on)bevoegdheid; geen hogere voorziening; ambtshalve beoordeling appellabiliteit.
HR 09-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI9630
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
07/12521
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BI9630
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI9630, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI9630, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑10‑2007
- Wetingang
Essentie
Relatieve (on)bevoegdheid; geen hogere voorziening; ambtshalve beoordeling appellabiliteit.
Ingevolge art. 110 lid 3 Rv is tegen een vonnis waarbij als verweer wordt opgeworpen dat de rechter relatief onbevoegd is, geen hogere voorziening toegelaten. Het hof dat gehouden was ambthalve te beoordelen of het in eerste aanleg gewezen vonnis vatbaar was voor hoger beroep, had moeten oordelen dat appellant in zijn hoger beroep niet kon worden ontvangen voor zover hij daarin klaagt dat de rechtbank zijn beroep op relatieve onbevoegdheid van de rechtbank heeft verworpen.
Samenvatting
In dit geding vordert de curator van Makau betaling van € ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.