HR, 05-02-2016, nr. 15/03915
ECLI:NL:HR:2016:202
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
05-02-2016
- Zaaknummer
15/03915
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:202, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2016; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2223
ECLI:NL:PHR:2015:2223, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:202
- Vindplaatsen
AR 2016/323
Uitspraak 05‑02‑2016
Partij(en)
5 februari 2016
Eerste Kamer
15/03915
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. TYRENET MIDDEN-ZEELAND B.V.,gevestigd te Heinkenszand,
2. [verzoeker 2] ,wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoekers zullen hierna ook worden aangeduid als Tyrenet en [verzoeker 2] .
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/02/303124/FT RK 15.1163 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 13 augustus 2015.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank hebben Tyrenet en [verzoeker 2] beroep in cassatie ingesteld.Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De zaak is voor Tyrenet en [verzoeker 2] toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van Tyrenet en [verzoeker 2] in hun cassatieberoep.
De advocaat van Tyrenet en [verzoeker 2] heeft bij brief van 12 november 2015 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 5 februari 2016.
Conclusie 30‑10‑2015
15/03915 | Mr. L. Timmerman |
Zitting 30 oktober 2015 | |
Conclusie inzake: | |
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tyrenet Midden-Nederland B.V., gevestigd te Heinekerzand, 2. [verzoeker 2], wonende te [woonplaats], (hierna: ‘Tyrenet’ en ‘[verzoeker 2]’) | |
verzoekers tot cassatie, mr. P.J.Ph. Dietz de Loos. | |
1. [verzoeker 2] heeft bij verzetschrift van 8 mei 2015 verzet aangetekend tegen de op 28 april 2015 in zijn faillissement gedeponeerde uitdelingslijst. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het door [verzoeker 2] ingestelde verzet bij beschikking van 13 augustus 2015 niet-ontvankelijk verklaard.
2. Tyrenet en [verzoeker 2] zijn daartegen tijdig in cassatie gekomen.
3. Tyrenet en [verzoeker 2] voeren aan dat de door de curator goedgekeurde uitdelingslijst informatie bevat die onjuist is. Tyrenet en [verzoeker 2] stellen dat zij belang hebben om daartegen op te komen.
4. [verzoeker 2] heeft aangevoerd ontvankelijk te zijn in zijn cassatieberoep omdat is aangetoond dat diverse schulden onjuist in de uitdelingslijst zijn opgenomen. Door [verzoeker 2] als gefailleerde het recht om op te komen tegen de uitdelingslijst te ontzeggen wordt hem zijn recht op adequate rechtsbescherming onthouden.
5. Op grond van artikel 184 Fw is de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen de uitdelingslijst voorbehouden aan de schuldeisers. Aangezien [verzoeker 2] geen schuldeiser is in de zin van artikel 184 Fw heeft hij deze mogelijkheid niet. Dat [verzoeker 2] een indirect belang heeft bij de samenstelling van de uitdelingslijst maakt dat niet anders. De rechtbank heeft dan ook op juiste gronden geoordeeld dat het door [verzoeker 2] ingestelde verzet niet-ontvankelijk is. [verzoeker 2] dient daarom eveneens niet-ontvankelijk te worden verklaard in het door hem ingestelde cassatieberoep.
6. Tyrenet betoogt dat zij als schuldeiser op grond van artikel 187 lid 1 Fw, waarin is bepaald dat door iedere schuldeiser beroep in cassatie kan worden ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank, ontvankelijk is in haar cassatieberoep.
7. Artikel 187 lid 1 Fw bepaalt dat tegen een beschikking van de rechtbank met betrekking tot artikel 184 Fw beroep in cassatie openstaat voor zowel de curator als ieder van de schuldeisers. Aangezien Tyrenet als schuldeiser op de uitdelingslijst is vermeld, kan zij in beginsel een cassatieberoep instellen, ook al was zij geen partij in de verzetprocedure. De ratio van die bepaling is dat een schuldeiser door de beslissing in de verzetprocedure alsnog in zijn belang kan zijn getroffen. Daarvan is in dit geval echter geen sprake. De betreffende beschikking waartegen beroep in cassatie is ingesteld betreft de niet-ontvankelijk verklaring van [verzoeker 2]. Tyrenet heeft geen belang om daartegen op te komen en dient daarom eveneens niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar cassatieberoep.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G