RFR 2012/15
Huwelijksvermogensrecht. Vanaf wanneer is een verrekenvordering opeisbaar en is er wettelijke rente verschuldigd: als omvang vordering vaststaat of zodra het verzoekschrift tot echtscheiding wordt ingediend?
HR 02-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BU6591
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2011
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
10/01293
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BU6591
- JCDI
JCDI:ADS910482:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BU6591, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2011
Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 02‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BU6591, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2010
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Vanaf wanneer is een verrekenvordering opeisbaar en is er wettelijke rente verschuldigd: als omvang vordering vaststaat of zodra het verzoekschrift tot echtscheiding wordt ingediend?
Samenvatting
Partijen zijn in 1979 gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Art. 4 van de huwelijkse voorwaarden van partijen behelst een periodiek verrekenbeding kort samengevat inhoudend dat overgespaarde inkomsten vóór de eerste juli van het jaar daarna tussen de echtgenoten bij helfte dienden te worden verdeeld. Aan het periodiek verrekenbeding is geen uitvoering gegeven zodat het op grond van art. 1:141 BW is omgezet in een finaal verrekenbeding. De man heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.