Einde inhoudsopgave
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
Artikel 54 Verstrekking van gegevens aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank, de Nederlandse Arbeidsinspectie en de minister
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2021, 627 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken: 35897)
02-12-2020, Stb. 2021, 38 (uitgifte: 02-02-2021, kamerstukken: 35483)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2021, Stb. 2021, 628 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Een ieder verstrekt op verzoek aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank en Onze Minister en de Nederlandse Arbeidsinspectie, kosteloos, alle gegevens en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van bij of krachtens deze wet of enige andere wet door het desbetreffende bestuursorgaan en de Nederlandse Arbeidsinspectie uit te voeren taken ten opzichte van:
- a.
de betrokken persoon zelf;
- b.
de persoon in wiens dienst of voor wie hij arbeid verricht, heeft verricht of zou kunnen gaan verrichten;
- c.
de persoon, die in zijn dienst of voor hem arbeid verricht, heeft verricht of zou kunnen gaan verrichten.
2.
Een ieder kan uit eigen beweging de in het eerste lid bedoelde gegevens en inlichtingen aan de in het eerste lid bedoelde bestuursorganen en aan de Nederlandse Arbeidsinspectie verstrekken.
3.
Alle gegevens en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taken worden aan de in dat lid genoemde bestuursorganen en aan de Nederlandse Arbeidsinspectie op verzoek, kosteloos, tevens verstrekt door:
- a.
de colleges van burgemeester en wethouders;
- b.
de Belastingdienst;
- c.
de persoon, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die wet en de arbodienst, bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet;
- d.
het CAK, genoemd in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg, de zorgverzekeraars, bedoeld in de Zorgverzekeringswet, en de Wlz-uitvoerder bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg;
- e.
de bedrijfstakpensioenfondsen, ondernemingspensioenfondsen, risicofondsen, stichtingen tot uitvoering van een regeling inzake vervroegd uittreden, en andere organen belast met het doen van uitkeringen of verstrekkingen die bij of krachtens artikel 6 van de Toeslagenwet als inkomen worden aangemerkt;
- f.
de Kamer van Koophandel, met dien verstande dat dit, in afwijking van de aanhef van dit lid, geschiedt tegen betaling van de daarvoor op grond van de Handelsregisterwet 2007 vastgestelde vergoeding;
- g.
de korpschef en de bevelhebber van de Koninklijke marechaussee in de zin van de Vreemdelingenwet 2000;
- h.
Onze Minister van Veiligheid en Justitie voor zover het betreft de persoon die rechtens zijn vrijheid is ontnomen of de persoon die zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel;
- i.
de door Onze Minister aangewezen ambtenaren als bedoeld in artikel 14 van de Wet arbeid vreemdelingen en artikel 24 van de Arbeidsomstandighedenwet;
- j.
griffiers van colleges, geheel of ten dele met rechtspraak belast, desgevraagd in de vorm van uittreksels uit of afschriften van uitspraken, registers en andere stukken;
- k.
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- l.
het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, bedoeld in de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen;
- m.
Onze Minister voor zover het betreft de uitvoering van[lees: van de]Wet inburgering 2021;
- n.
Onze Minister en de colleges van burgemeester en wethouders voor zover het gegevens betreft die verwerkt worden in het landelijk register kinderopvang, bedoeld in de Wet kinderopvang.
4.
De in het eerste en derde lid bedoelde gegevens en inlichtingen worden op verzoek, binnen de daarbij gestelde termijn, verstrekt in schriftelijke vorm of in een andere vorm die redelijkerwijs kan worden verlangd.
5.
Degene op wie de in het eerste en derde lid bedoelde verplichting rust geeft op verzoek aan een bestuursorgaan als bedoeld in het eerste lid, alsmede aan de Nederlandse Arbeidsinspectie inzage in alle bescheiden en andere gegevensdragers, stelt deze op verzoek ter beschikking voor het nemen van afschrift en verleent de ter zake verlangde medewerking, voorzover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taken door het in dat lid bedoelde bestuursorgaan en de Nederlandse Arbeidsinspectie.
6.
De Belastingdienst verstrekt aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank, zonder dat daaraan een verzoek ten grondslag ligt, gegevens over samenloop van een uitkering met inkomen uit of in verband met arbeid of bedrijf of over vermogen, die bij de uitvoering van een belastingwet of bij de invordering van enige rijksbelasting bekend zijn geworden, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taken met betrekking tot het verstrekken van uitkeringen en taken, bedoeld in artikel 30, vijfde lid, en artikel 34, tweede lid. Voorts verstrekt de Belastingdienst aan de Sociale verzekeringsbank, zonder dat daaraan een verzoek ten grondslag ligt, gegevens over verzekerde en niet verzekerde tijdvakken, die bij de uitvoering van een belastingwet of bij de invordering van enige rijksbelasting bekend zijn geworden, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35.
7.
Onze Minister van Buitenlandse Zaken verstrekt ten aanzien van de Nederlander die in het buitenland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, onverwijld en kosteloos de gegevens en inlichtingen waarover hij beschikt en die noodzakelijk zijn voor het recht op uitkering, aan de Sociale verzekeringsbank en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarbij hij gebruik kan maken van het burgerservicenummer. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de uitvoering van dit lid.
8.
Alle gegevens en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taken, worden aan de in dat lid genoemde bestuursorganen tevens verstrekt door:
- a.
de instanties die in het kader van de openbare nutsvoorzieningen energie en water leveren;
- b.
de instanties en personen die woonruimte verhuren.
9.
Onze Minister van Veiligheid en Justitie verstrekt ten aanzien van de persoon die rechtens zijn vrijheid is ontnomen of de persoon die zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel, onverwijld en kosteloos de gegevens en alle overige opgaven en inlichtingen, waarover deze beschikt en die noodzakelijk zijn voor het recht op uitkering, aan de Sociale verzekeringsbank en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarbij hij gebruik kan maken van het burgerservicenummer.
10.
Re-integratiebedrijven verstrekken aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen alle gegevens en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de krachtens deze wet aan het Uitvoeringsinstituut opgedragen taken. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor de gegevens die worden verstrekt.
11.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere instanties dan genoemd in het derde, zesde, zevende, achtste en negende lid worden aangewezen, waarvoor de verplichtingen, bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid, eveneens gelden, voor zover het betreft de verstrekking van nader bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens en inlichtingen, en bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld voor het verder verwerken van voor het toezicht op de naleving van wetten ontvangen gegevens met het oog op de opsporing van strafbare feiten als bedoeld in artikel 85.
12.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld voor de voorwaarden, die aan de gegevensverstrekking op grond van dit artikel worden verbonden.