Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001
Artikel 2b Ingegane lijfrenterekeningtermijnen of lijfrentebeleggingsrechttermijnen waarvan de omvang niet in geldeenheden, maar in units is vastgesteld
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
29-03-2017, Stcrt. 2017, 16588 (uitgifte: 29-03-2017, regelingnummer: 2017-0000057050)
- Inwerkingtreding
01-04-2017, terugwerkend tot: 01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2017, Stcrt. 2017, 16588 (uitgifte: 29-03-2017, regelingnummer: 2017-0000057050)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
1.
Een aanspraak op termijnen als bedoeld in artikel 3.126a, vierde en zesde lid, van de wet waarvan de termijnen zijn ingegaan en waarvan de hoogte van de termijnen niet voor de gehele uitkeringsperiode in geldeenheden is vastgesteld, wordt op grond van artikel 3.126a, zevende lid, in verbinding met artikel 1.7, derde lid, van de wet gelijkgesteld met een aanspraak op vaste en gelijkmatige termijnen indien wordt voldaan aan de hierna opgenomen regels.
2.
Met betrekking tot de termijnen en de administratieve vormgeving daarvan gelden de volgende regels:
- a.
de termijnen worden op de ingangsdatum uitgedrukt in een vast aantal beleggingseenheden (units) per jaar;
- b.
de hoogte van de uiteindelijk in euro's uit te keren termijnen dient uitsluitend te worden beïnvloed door het verschil tussen het feitelijk behaalde beleggingsrendement en de rekenrente die ten tijde van het ingaan van de termijnen als rekenrendement is gehanteerd.
3.
Met betrekking tot de grondslagen voor het berekenen van de termijnen gelden de volgende regels:
- a.
de bank, beleggingsonderneming of beheerder, bedoeld in artikel 3.126a, eerste lid, van de wet, gaat ter berekening van het op jaarbasis uit te keren vaste aantal beleggingseenheden uit van ten hoogste het netto rekenrendement dat hij op de ingangsdatum hanteert voor soortgelijke termijnen in euro's of van het op de ingangsdatum van de termijnen geldende u-rendement zoals dat periodiek wordt gepubliceerd door het Centrum voor Verzekeringstatistiek van het Verbond van Verzekeraars; gedurende de looptijd vindt geen herberekening plaats van het aantal jaarlijks uit te keren beleggingseenheden;
- b.
in de hoogte van de termijnen in beleggingseenheden wordt geen inflatie-element verdisconteerd.
4.
Met betrekking tot de peildatum en de periode van vaststellen van de termijnen in euro's gelden de volgende regels:
- a.
bij de berekening van de verschuldigde termijn in euro's kan worden uitgegaan van de waarde van de beleggingseenheid op een vaste peildatum in de kalendermaand van betaling of in de daaraan voorafgaande kalendermaand;
- b.
gedurende een periode van ten hoogste 12 maanden (herrekenperiode) kunnen de in de herrekenperiode uit te keren termijnen bij aanvang daarvan in euro's worden vastgesteld; de hoogte van de termijnen in euro's dient daarbij te worden bepaald op basis van de werkelijke waarde van de beleggingseenheid per een vaste peildatum gelegen in de kalendermaand waarin de herrekenperiode ingaat of in een van de twee daaraan voorafgaande kalendermaanden; slechts eenmalig kan worden gekozen voor een datum van ingang van de herrekenperiode.