Einde inhoudsopgave
Algemeen verdrag tussen Nederland en Frankrijk inzake de sociale zekerheid
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1951
- Bronpublicatie:
07-01-1950, Stb. 1951, 101 (uitgifte: 15-05-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1951
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-1951, Trb. 1951, 156 (uitgifte: 20-12-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Voor loonarbeiders en met dezen gelijkgestelden, die achtereenvolgens of om beurten in beide verdragsluitende landen in een of meer stelsels van invaliditeitsverzekering zijn opgenomen geweest, worden de verzekeringstijdvakken, welke onder die stelsels vervuld zijn en de tijdvakken, welke krachtens die stelsels met tijdvakken van verzekering zijn gelijkgesteld, onder voorwaarde, dat zij niet met elkaar samenvallen, tezamen in aanmerking genomen zowel met het oog op de vaststelling van het recht op uitkering in geld of in natura als met het oog op het behoud of het terugverkrijgen van dat recht.
2.
De uitkeringen in geld ingevolge de invaliditeitsverzekering komen ten laste van het orgaan, dat bevoegd is overeenkomstig de wetgeving, welke van toepassing was op de belanghebbende op het tijdstip, waarop de ziekte of het ongeval voor het eerst geneeskundig is vastgesteld.
De uitkeringen worden gedaan overeenkomstig de bepalingen van vorenbedoelde wetgeving, waarbij rekening wordt gehouden met het totaal van de tijdvakken, gedurende welke de arbeiders achtereenvolgens of om beurten in beide verdragsluitende landen krachtens een of meer stelsels van invaliditeitsverzekering verzekerd zijn geweest, en de tijdvakken, welke krachtens bedoelde stelsels met tijdvakken van verzekering zijn gelijkgesteld. De tijdvakken, welke in Frankrijk vervuld zijn, worden met betrekking tot de Nederlandse wetgeving in voorkomend geval met tijdvakken, waarover premie is betaald, gelijkgesteld.
3.
Indien in het begin van het kalenderkwartaal, in de loop waarvan de ziekte is ontstaan, de invalide, die vroeger onderworpen was aan een stelsel van invaliditeitsverzekering van het andere land, niet sedert tenminste een jaar onderworpen was aan de wetgeving van het land, waar de ziekte is vastgesteld, ontvangt hij van het bevoegde orgaan van het andere land de uitkeringen in geld overeenkomstig de wetgeving van dat land. Deze bepaling is niet van toepassing indien de invaliditeit het gevolg is van een ongeval.
4.
In het geval dat de uitkeringen in geld, toegekend aan loonarbeiders of met dezen gelijkgestelden, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, ten laste komen van een Frans orgaan, komen die uitkeringen in mindering op die, welke eventueel uit hoofde van het Nederlandse stelsel van invaliditeitsverzekering voor dezelfde invaliditeit krachtens de eigen Nederlandse wetgeving zouden kunnen worden verstrekt.