Einde inhoudsopgave
Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over zee en door de lucht, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad
Artikel 8 Maatregelen tegen het smokkelen van migranten over zee
Geldend
Geldend vanaf 28-01-2004
- Bronpublicatie:
15-11-2000, Trb. 2004, 36 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-01-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2000, Trb. 2004, 36 (uitgifte: 19-02-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een Staat die partij is die redelijke gronden heeft voor de verdenking dat een schip dat onder zijn vlag vaart of waarvan beweerd wordt dat het in die Staat is ingeschreven, dat geen nationaliteit heeft of dat, hoewel het vaart onder een vreemde vlag of weigert een vlag te voeren, in feite de nationaliteit heeft van de betrokken Staat die partij is, betrokken is bij het smokkelen van migranten over zee, kan de andere Staten die partij zijn verzoeken om bijstand bij het bestrijden van het gebruik van het schip voor dat doel. De Staten die partij zijn, verlenen desgevraagd bijstand voor zover dat binnen hun macht ligt.
2.
Een Staat die partij is die redelijke gronden heeft voor de verdenking dat een schip dat gebruik maakt van de vrijheid van scheepvaart in overeenstemming met het internationale recht en dat onder de vlag vaart of de registratiekenmerken vertoont van een andere Staat die partij is, betrokken is bij het smokkelen van migranten over zee, kan de Vlaggenstaat daarvan in kennis stellen, verzoeken om bevestiging van de inschrijving, en, bij bevestiging, verzoeken om toestemming van de Vlaggenstaat om passende maatregelen te nemen ten aanzien van dat schip. De Vlaggenstaat kan de verzoekende Staat toestemming geven onder andere:
- a.
aan boord te gaan van het schip;
- b.
het schip te doorzoeken; en
- c.
indien bewijzen worden gevonden dat het schip betrokken is bij het smokkelen van migranten over zee, passende maatregelen te nemen ten aanzien van het schip en de personen en lading aan boord, zoals toegestaan door de Vlaggenstaat.
3.
Een Staat die partij is die een maatregel heeft genomen overeenkomstig het tweede lid van dit artikel, stelt de Vlaggenstaat onverwijld in kennis van de resultaten van die maatregel.
4.
Een Staat die partij is, beantwoordt met spoed een verzoek van een andere Staat die partij is om te bepalen of een schip waarvan beweerd wordt dat het bij hem is ingeschreven of onder zijn vlag vaart daartoe gerechtigd is, alsmede op een overeenkomstig het tweede lid van dit artikel gedaan verzoek om toestemming.
5.
Een Vlaggenstaat kan, overeenkomstig artikel 7 van dit Protocol, zijn toestemming afhankelijk stellen van tussen hem en de verzoekende Staat overeen te komen voorwaarden, met inbegrip van voorwaarden met betrekking tot verantwoordelijkheid en de reikwijdte van te nemen doeltreffende maatregelen. Een Staat die partij is, neemt geen aanvullende maatregelen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de Vlaggenstaat, uitgezonderd maatregelen tegen onmiddellijk gevaar voor het leven van personen of maatregelen die voortvloeien uit toepasselijke bilaterale of multilaterale overeenkomsten.
6.
Elke Staat die partij is, wijst een autoriteit of, waar nodig, autoriteiten aan voor het ontvangen en beantwoorden van verzoeken om bijstand, om bevestiging van inschrijving of van het recht van een schip onder zijn vlag te varen en om toestemming voor het nemen van passende maatregelen. Alle andere Staten die partij zijn, worden door de Secretaris-Generaal binnen een maand na de aanwijzing hiervan in kennis gesteld.
7.
Een Staat die partij is die redelijke gronden heeft voor de verdenking dat een schip betrokken is bij het smokkelen van migranten over zee en geen nationaliteit heeft of kan worden gelijkgesteld aan een schip zonder nationaliteit, kan aan boord gaan en het schip doorzoeken. Indien bewijs wordt gevonden dat de verdenking bevestigt, neemt die Staat die partij is passende maatregelen in overeenstemming met het toepasselijke nationale en internationale recht.