Bopz; dwangmedicatie, klachtprocedure

Documentgegevens:

HR 10-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI5924

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 10 juli 2009
Zaaknummer: 09/00930
LJN: BI5924
Vakgebied(en): Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2009:BI5924, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI5924, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑03‑2009
Wetingang: Art. 38c Wet Bopz; art. 41a Wet Bopz

Essentie

Samenvatting

Casus

Betrokkene is op 24 juli 2008 op grond van een inbewaringstelling opgenomen in het psychiatrische ziekenhuis van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC). Op 4 augustus 2008 verblijft hij daar krachtens een machtiging van de Rechtbank tot voortzetting van de inbewaringstelling. In het behandelingsplan is voorzien in de toediening van medicatie, waarbij is aangetekend dat betrokkene daarmee niet instemt. Op 4 augustus 2008 heeft de behandelaar besloten tot toediening van medicatie aan betrokkene. Tegen deze beslissing heeft betrokkene een klacht ingediend bij de klachtencommissie van het ziekenhuis. Ook heeft hij om schorsing van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.