Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 16-08-2007
- Bronpublicatie:
30-10-2006, Trb. 2007, 22 (uitgifte: 01-02-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-08-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-11-2007, Trb. 2007, 212 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:
- a.
betekent de uitdrukking ‘een Verdragsluitende Staat’ het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) of het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, al naar de context vereist; betekent de uitdrukking ‘Verdragsluitende Staten’ het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië;
- b.
betekent de uitdrukking ‘Nederland’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsbevoegdheid heeft of soevereine rechten uitoefent met betrekking tot de zeebodem, de ondergrond daarvan en de daarboven gelegen wateren, en hun natuurlijke rijkdommen;
- c.
betekent de uitdrukking ‘Jordanië’ de grondgebieden van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, de territoriale wateren van Jordanië, en de zeebodem en ondergrond van de territoriale wateren, en omvat mede elk gebied dat zich uitstrekt buiten de grenzen van de territoriale wateren van Jordanië, en de zeebodem en ondergrond van een dergelijk gebied, dat, op grond van het recht van Jordanië, en in overeenstemming met het internationale recht, aangewezen is of op een later tijdstip aangewezen wordt als een gebied waarin Jordanië soevereine rechten heeft met betrekking tot de exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen, hetzij levende of niet-levende;
- d.
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- e.
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- f.
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een Verdragsluitende Staat’ en ‘onderneming van de andere Verdragsluitende Staat’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat;
- g.
betekent de uitdrukking ‘internationaal verkeer’ alle vervoer met een schip of luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming van een Verdragsluitende Staat, behalve wanneer het schip of luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen;
- h.
betekent de uitdrukking ‘onderdaan’:
- i.
iedere natuurlijke persoon die de nationaliteit van een Verdragsluitende Staat bezit;
- ii.
iedere rechtspersoon, vennootschap en vereniging die zijn/haar rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in een Verdragsluitende Staat van kracht is;
- i.
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- i.
in Nederland de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- ii.
in Jordanië de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger.
2.
Voor de toepassing van het Verdrag door een Verdragsluitende Staat op enig moment heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die Staat prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die Staat aan de uitdrukking wordt gegeven.