NJ 1963/316
Bijzondere voorwaarde strekkende tot het ondergaan van een nader onderzoek naar de rijvaardigheid van de veroordeelde ontoelaatbaar.
HR 11-12-1962, ECLI:NL:HR:1962:91, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 december 1962
- Magistraten
Mrs. Feber, Westerouen van Meeteren [Rapp.], Loeff, Eijssen, de Meijere
- Zaaknummer
[11121962/NJ_1963-316]
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139683:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1962:91, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑1962
- Wetingang
Essentie
Bijzondere voorwaarde strekkende tot het ondergaan van een nader onderzoek naar de rijvaardigheid van de veroordeelde ontoelaatbaar.
Samenvatting
Ambtshalve: Met deze regeling (gegeven in art. 18 lid 1 W.V.W. en art. 115 W.V.R., Red.) valt niet te rijmen een bevoegdheid van den rechter om bijwege van een bijzondere voorwaarde, gesteld bij een veroordeling als bedoeld in art. 14a eerste lid Sr. den veroordeelde tot het ondergaan van en het medewerken aan zodanig nader onderzoek (naar de rijvaardigheid, als bedoeld in art. 18 lid 1, W.V.W., Red.) te dwingen.
Voorgaande uitspraak
[p. 789 ►]
Op het beroep van B. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.