Einde inhoudsopgave
Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2004
- Bronpublicatie:
13-04-2004, Stb. 2004, 184 (uitgifte: 06-05-2004, kamerstukken: 28644)
- Inwerkingtreding
01-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-06-2004, Stb. 2004, 265 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Bij de regeling, bedoeld in artikel 3, wordt een openbaar lichaam ingesteld. Het openbaar lichaam is rechtspersoon. Bij deze regeling worden door de deelnemende gemeenten aan het bestuur van het openbaar lichaam in elk geval de volgende taken opgedragen:
- a.
het instellen en in stand houden van een centrale post voor het ambulancevervoer;
- b.
het vaststellen van de taken van de binnen het grondgebied van de aan de regeling deelnemende gemeenten werkzame gezondheidsdiensten in het kader van de geneeskundige hulpverlening en de realisering daarvan;
- c.
het instellen en in stand houden van een organisatorisch samenwerkingsverband gericht op geneeskundige hulpverlening;
- d.
het zorgdragen voor onderlinge bijstand bij de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening;
- e.
het benoemen, schorsen en ontslaan van de regionaal geneeskundig functionaris;
- f.
het vaststellen van een organisatieplan als bedoeld in artikel 6.
2.
De regeling bevat bepalingen omtrent de inzet van het samenwerkingsverband, bedoeld in het vorige lid, onder c.
3.
De besturen van de ziekenhuizen, de vergunninghouders voor ambulancevervoer, de gemeentelijke gezondheidsdiensten, de regionale brandweer en het regionale college, bedoeld in artikel 22 van de Politiewet 1993, die werkzaam zijn binnen het grondgebied van de aan een regeling deelnemende gemeenten, worden omtrent het ontwerp van de regeling gehoord.