Einde inhoudsopgave
Statuten van het Europees Investeringsfonds
Artikel 35 Geldend recht
Geldend
Geldend vanaf 27-05-2014
- Bronpublicatie:
27-05-2014, PbEU 2015, C 95 (uitgifte: 21-03-2015, regelingnummer: 2015/C95/10)
- Inwerkingtreding
27-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-05-2014, PbEU 2015, C 95 (uitgifte: 21-03-2015, regelingnummer: 2015/C95/10)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Geschillen tussen enerzijds het Fonds en anderzijds de begunstigden van zijn interventies, ongeacht of het financiële instellingen in de hoedanigheid van begunstigden of andere begunstigden betreft, zullen worden beslecht door de bevoegde nationale rechters.
2.
Daartoe dient het Fonds domicilie te kiezen in iedere lidstaat van de Unie. Het Fonds kan nochtans in een contract een speciaal domicilie kiezen of een arbitrageprocedure overeenkomen.
3.
Ingevolge het bepaalde in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie(1) en binnen de aldaar bedoelde grenzen (artikel 28, lid 5, van de statuten van de Bank), is het Hof van Justitie van de Europese Unie bevoegd ter zake van geschillen over de door de organen van het Fonds getroffen maatregelen.
Voetnoten
Voorheen het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.