BA 2018/149
Wob-verzoek, weigering van gemachtigde wegens misbruik van recht, ingrijpend karakter van weigering, zorgvuldigheidsbeginsel, geen schadevergoeding
ABRvS 09-05-2018, ECLI:NL:RVS:2018:1587
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
9 mei 2018
- Zaaknummer
201703503/1/A3
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:1587, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 09‑05‑2018
- Wetingang
Art. 2:2 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb); Wet openbaarheid van bestuur (Wob); Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
Essentie
Wob-verzoek, weigering van gemachtigde wegens misbruik van recht, ingrijpend karakter van weigering, zorgvuldigheidsbeginsel, geen schadevergoeding
Samenvatting
Van de in art. 2:2 lid 1 Awb gegeven bevoegdheid [tot weigering van gemachtigde tegen wie ernstige bezwaren bestaan] mag slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik worden gemaakt. Er moeten ernstige bezwaren aan de orde zijn. Gedacht kan worden aan gevallen van evidente en ernstige ondeskundigheid [of aan] gemachtigden die herhaaldelijk de normale gang van zaken verstoren. In aanvulling hierop overweegt de Afdeling dat thans ook gevallen van misbruik van recht door een bepaalde persoon ernstige bezwaren kunnen vormen op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.