Inhoudsopgave
Bb 2018/89:Prejudiciële vragen én antwoorden over de reikwijdte van art. 6:265 BW (ontbinding)
Bb 2018/89
Prejudiciële vragen én antwoorden over de reikwijdte van art. 6:265 BW (ontbinding)
Documentgegevens:
Mr. K.L. Maes, datum 06-12-2018
- Datum
06-12-2018
- Auteur
Mr. K.L. Maes1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS209257:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Wetingang
art. 6:265 BW; art. 6:81 BW; art. 6:74 BW
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Op 28 september 2018 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in antwoord op de prejudiciële vragen van de Rechtbank Amsterdam over de uitleg van de ontbindingsregeling van art. 6:265 BW. Uit het arrest volgt dat de ‘tenzij-bepaling’ van dit artikel niet terughoudend dient te worden toegepast of op een zeldzaam geval betrekking heeft. Deze bepaling duidt aldus niet op een uitzonderingsgeval, maar vormt in samenhang met de hoofdregel van art. 6:265 BW de materiële rechtsregel dat ‘een tekortkoming van voldoende gewicht recht geeft op (gehele of gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst’ (HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810). ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.