type: eBcoll:
Rb. Amsterdam, 18-09-2018, nr. C/13/651052 / KG ZA 18-747
ECLI:NL:RBAMS:2018:6641
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
18-09-2018
- Zaaknummer
C/13/651052 / KG ZA 18-747
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2018:6641, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 18‑09‑2018; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 18‑09‑2018
Inhoudsindicatie
De informatieplicht van een debiteur over zijn inkomsten (ex artikel 475g Rv) geldt niet alleen in de executoriale, maar ook in de conservatoire fase.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/651052 / KG ZA 18-747 FB/EB
Vonnis in kort geding van 18 september 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MILESTONE WAREHOUSING B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
eiseres bij dagvaarding van 24 augustus 2018,
advocaat mr. G.J.H. de Vos te Rotterdam,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. P.C. Veerman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Milestone en [gedaagde] worden genoemd.
1. De procedure
Ter zitting van 4 september 2018 heeft Milestone gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Ter zitting heeft zij haar eis verminderd als onder 3.1 vermeld. [gedaagde] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aan de zijde van Milestone aanwezig [naam 1] ( [functie] ) en
mr. De Vos. Aan de zijde van [gedaagde] was alleen mr. Veerman aanwezig.
2. De feiten
2.1.
Beide partijen zijn actief in de logistieke dienstverlening, [gedaagde] via zijn vennootschap Loose Ends B.V. en Milestone binnen de Milestone groep. Na een faillissement in 2014 van een andere onderneming van [gedaagde] , te weten Ronex B.V., heeft [gedaagde] via zijn vennootschap Loose Ends B.V. (hierna: Loose Ends) binnen de Milestonegroep een nieuwe start gemaakt op basis van een managementservices-overeenkomst. Hij is zich onder meer gaan richten op bedrijven uit Japan die aldaar samenwerken met de Japanse expediteur Nankai.
2.2.
In juni 2016 heeft [gedaagde] een contract gesloten namens Milestone met Morinaga Milk Holland B.V. (hierna: Morinaga) voor de opslag van goederen van Morinaga. Omdat Morinaga de overeenkomst niet nakwam, heeft Milestone haar eerst aangesproken tot naleving daarvan en vervolgens conservatoir beslag gelegd. Morinaga heeft in een door haar aanhangig gemaakt kort geding het standpunt ingenomen dat tussen haar en Milestone geen overeenkomst bestaat.
2.3.
In opdracht van Milestone is [gedaagde] in een gesprek op 3 juli 2017 door twee rechercheurs van [naam bedrijf] ondervraagd over de gang van zaken met betrekking tot het Morinagacontract. In het door [naam bedrijf] van dat gesprek opgemaakte rapport van 17 juli 2017 staat, voor zover hier van belang, het volgende:
“U vraagt mij hoe de afspraak voor het tekenen van het contract is gegaan. Ik ben naar het WTC gegaan. Aan de rechterzijde zit de rechtbank en aan de linkerzijde zit WTC. Ja, ik denk wel dat ik het heb ingevoerd in mijn navigatiesysteem. (…) U vraagt op welke wijze ik wist waar het contract getekend zou worden? Ik heb het adres en de tijd via de mail ontvangen. (…) Bij het tekenen van het contract was [naam 2] , van Morinaga, [naam 3] van HKD en ik aanwezig. (…) U vraagt mij of ik bij Morinaga moet betalen voor het parkeren? Ja, volgens mij heb ik daar betaald met mijn parkeerapp. Ik zal in mijn app voor u kijken. Ik heb op 29 juni (de datum waarop het contract zou zijn gesloten, vzr.) van 14.44 tot 15.12 uur in [plaats] geparkeerd gestaan, volgens mijn app. Ik zou niet weten waarom. (…) Het klopt dat ik op 6 juni 2017 bij HKD ben geweest. Ja, ik heb toen gesproken met [naam 3] . Ik heb [naam 3] gesproken voor het kantoor van HKD. (…) Ja, ik heb toen gebeld naar het vaste nummer van HKD. Ik vroeg of ik [naam 3] aan de telefoon mocht krijgen en ik kreeg hem aan de telefoon. [naam 3] kwam naar beneden. (…) U zegt dat hij HKD geen [naam 3] werkt. Ik snap het niet. Ik heb hem echt gesproken. U vraagt mij of ik nogmaals naar HKD wil bellen en vragen naar [naam 3] ? Ja, dat is geen probleem.
Omstreeks 12.55 uur belde de heer [gedaagde] met zijn mobiele telefoon het nummer (…) van HKD. De telefoon stond op de speaker. Nadat de telefoon werd opgenomen door de telefoniste vroeg de heer [gedaagde] naar [naam 3] . De telefoniste deelde mee; “ [naam 3] ken ik niet. Hij werkt niet bij HKD. (…)”
U zegt dat mijn verklaring over het tekenen van het contract niet klopt. (…) Ja, het klopt. Alles met betrekking tot het contract met Morinaga is gegaan zoals ik heb verteld en zoals het in de tijdlijn staat. Alleen een week voor het tekenen van het contract werd alles vertraagd door Morinaga. Het klopt dat [naam 3] niet bestaat. Ja, hij is een fictief persoon. Ik ga u niet vertellen wie uiteindelijke het contract namens Morinaga getekend heeft. Ik heb gezworen dat niet te vertellen. Dat doe ik niet. Ik neem de volledige schuld op mij. (…)
(en, tegen [naam 1] die bij het gesprek was geroepen) “Ik weet niet goed hoe ik het tegen je moet zeggen [naam 1] . Zoals ik net vertelde is alles met betrekking tot het contract gegaan zoals het moest gaan. Echter een week voor het tekenen werd er tijd gerekt en liep het niet meer. Ik heb hierover met [naam 4] over gesproken. Samen hebben wij afgesproken dat wij het contract toch zouden gaan doorzetten om de druk op te bouwen voor Morinaga. Volgens [naam 4] zou het goed komen. Ik had alleen de hoop dat door de druk op te bouwen het goed zou komen en wij zouden winnen. Dit is echter niet gelukt. (…) Het klopt dat het contract niet is getekend door Morinaga. (…) Bij het tekenen was niemand van HKD aanwezig. Zoals ik al vertelde is [naam 3] een fictief persoon.
Bij het tekenen waren buiten mij nog twee personen aanwezig. Ik ga niet vertellen wie die andere twee personen zijn geweest. (…) het klopt dat het contract onrechtmatig is getekend. Het is niet getekend door een afgevaardigde van Morinaga. Er is dan ook geen contract. (…)”
2.4.
Milestone heeft de samenwerking met [gedaagde] en Loose Ends na afloop van het gesprek op 3 juli 2017 per direct beëindigd.
2.5.
Op 24 oktober 2017 heeft Milestone bij deze rechtbank een bodemprocedure aanhangig gemaakt tegen [gedaagde] en Loose Ends. In die procedure vordert zij betaling van € 710.848,17, waarvan het grootste gedeelte ten titel van schadevergoeding. Deze schade bestaat volgens Milestone erin dat zij (i) om te kunnen voldoen aan haar verplichtingen uit het Morinagacontract een grotere, duurdere loods is gaan huren, (ii) ter beperking van haar schade kort daarna alweer naar een kleiner pand heeft moeten verhuizen, (iii) kosten heeft gemaakt in verband met de escalatie van het conflict met Morinaga (beslaglegging, arbitrage, opheffingskortgeding, kosten onderzoek door [naam bedrijf] ). Verder (iv) heeft Morinaga een schadeclaim bij haar heeft ingediend wegens het achteraf gezien onrechtmatige conservatoir beslag, en (v) zal zij kosten moeten maken om de met name in Japan geleden reputatieschade te herstellen.
[gedaagde] voert verweer in de bodemprocedure. Op 5 september 2018 is een comparitie gehouden.
2.6.
Milestone heeft in de periode van november 2017 tot en met februari 2018 conservatoire beslagen ten laste van Doker gelegd op zijn aandeel in zijn woonhuis, op aandelen en onder derden. Het verlof voor beslaglegging onder Xenor en Loose Ends is verleend nadat de voorzieningenrechter van deze rechtbank [gedaagde] had gehoord. In het kader van die procedure had [gedaagde] zijn standpunt op schrift gesteld, in een brief van zijn advocaat van 7 februari 2018. In die brief staat onder meer het volgende:
“Om zich hiertegen (tegen beslagleggingen, vzr.) al bij voorbaat te beschermen, is [gedaagde] voor Xenor B.V. werkzaam op basis van een detacheringsovereenkomst met een niet nader te noemen derde. (…)”
2.7.
De gelegde beslagen hebben niet tot voldoende zekerheid geleid voor de vordering van Milestone, die bij de beslagverloven is begroot op € 883.000,00. Van de derdenbeslagen heeft alleen het onder Loose Ends gelegde beslag doel getroffen tot een bedrag van € 242,03.
2.8.
Bij de betekening van de grosse van het laatst gegeven beslagverlof aan [gedaagde] , op 28 maart 2018, heeft de deurwaarder hem gesommeerd een volledig en gespecificeerd overzicht te verstrekken van in ieder geval:
“(…)
- -
alle (voorwaardelijke) aanspraken van gerekwireerde jegens bancaire instellingen, met vermelding van de grondslag van deze aanspraken, waaronder onder meer begrepen rekening-courant verhoudingen
- -
alle debiteuren van gerekwireerde, met vermelding van de grondslag en omvang van de vorderingen, waaronder nadrukkelijk ook begrepen de detacheringsovereenkomst op grond waarvan gerequireerde werkzaamheden verricht ten behoeve van Xenor B.V., zoals benoemd in de laatste alinea van de brief van de advocaat van gerequireerde aan de rechtbank Amsterdam. (…)”
3. Het geschil
3.1.
Milestone vordert na vermindering van eis, kort gezegd, [gedaagde] te veroordelen aan haar te verstrekken primair een volledig overzicht van zijn inkomstenbronnen conform de sommatie van de deurwaarder (beperkt tot de eerste twee gedachtestreepjes), althans een ander door de voorzieningenrechter te bepalen overzicht, en subsidiair informatie over de identiteit van zijn debiteur(en) onder de detacheringsovereenkomst en enige andere overeenkomst op grond waarvan hij betalingen ontvangt, alles op straffe van verbeurte van dwangsommen en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
[gedaagde] weigert al geruime tijd te voldoen aan het verzoek van Milestone om haar inlichten te verstrekken over zijn bronnen van inkomsten. Hij wil voorkomen dat hij wordt afgesneden van zijn inkomstenstroom en daardoor niet langer kan voldoen aan zijn (hypothecaire) verplichtingen. In geschil is of hij verplicht is tot het verstrekken van de door Milestone gevraagde gegevens.
4.2.
Een schuldenaar is verplicht aan een deurwaarder die gerechtigd is ten laste van hem executoriaal beslag te leggen, desgevraagd zijn bronnen van inkomsten op te geven (artikel 475g lid 1 Rv). De vraag die partijen verdeeld houdt, is of die verplichting ook bestaat in de conservatoire fase, dus vóórdat de schuldeiser beschikt over een executoriale titel, zoals in deze zaak het geval is.
4.3. (
Onder meer) artikel 475g lid 1 Rv is in de schakelbepaling van artikel 720 Rv van overeenkomstige toepassing verklaard op het conservatoire beslag. Omdat in de wettekst geen voorbehoud wordt gemaakt, ligt de uitleg voor de hand dat deze overeenkomstige toepassing, artikel 475g lid 1 Rv in zijn geheel betreft.
4.4.
De memorie van toelichting strookt hiermee, blijkens het volgende citaat uit de wetsgeschiedenis:
Artikel 475g Rv regelt de informatieplichten van de schuldenaar en derden jegens de deurwaarder. De schuldenaar is verplicht om zijn bronnen van inkomsten desgevraagd aan de deurwaarder, die gerechtigd is tegen hem beslag te leggen, door te geven. Een deurwaarder is gerechtigd beslag te leggen wanneer hij een verlof of titel kan overleggen.
(Kamerstukken II 2007-2008 31240, nr. 3, blz. 9)
Uit het feit dat hier naast elkaar “verlof of titel” worden genoemd blijkt onmiskenbaar dat de wetgever heeft bedoeld de onderhavige verplichting in het leven te roepen zowel ten aanzien van het conservatoire beslag (“verlof”) als ten aanzien van het executoriale beslag (“of titel”).
4.5.
In de rechtspraak is eerder nog geoordeeld dat het niet met het wettelijk stelsel strookt om aan de informatieplicht een praktische uitwerking te geven die neerkomt op het afleggen van rekening en verantwoording (HR 20 september 1991, NJ 1992/552, Tripels/Masson). Inmiddels bieden echter de wettekst en de daarbij behorende toelichting wél steun aan de opvatting dat op de schuldenaar, zelfs in geval van een conservatoir beslag, in beginsel een mededelingsplicht rust ten aanzien van gegevens als in dit geding verlangd. Dat kan in bijzondere omstandigheden anders zijn indien daardoor bijvoorbeeld een wettelijke geheimhoudingsplicht zou worden geschonden of op grond van andere, door de debiteur aan te voeren, omstandigheden op grond waarvan het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn onverkorte naleving van deze mededelingsplicht te verlangen. [gedaagde] heeft echter geen beroep gedaan op zodanige omstandigheden.
4.6.
Door aanvaarding van de onderhavige mededelingsplicht wordt [gedaagde] beperkt in zijn vrijheid zelf te bepalen of, en zo ja hoe en tegenover wie, hij zich wil uiten, welk recht ligt besloten in artikel 10 EVRM. Op grond van het tweede lid van dat artikel kan de uitingsvrijheid echter worden beperkt indien die beperking bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is ter bescherming van de rechten van anderen. Dat is hier het geval.
4.7.
Het betoog van [gedaagde] dat de schakelbepaling uitsluitend ziet op de tweede zin van artikel 475g lid 1 Rv, waarin staat dat de deurwaarder bij beslaglegging mededeling dient te doen omtrent de beslagvrije voet van de schuldenaar, gaat gezien het voorgaande niet op. De omstandigheid dat de wetgever geen sanctie heeft gesteld op de niet-naleving van de informatieplicht, doet niet af aan het bestaan van de verplichting. [gedaagde] dient dus de gevraagde inlichtingen aan Milestone te verstrekken. Een belangenafweging noopt niet tot een ander oordeel.
4.8.
Milestone heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, die erop is gericht haar in staat te stellen afdoende bewarende maatregelen te treffen. De primaire vordering zal als volgt worden toegewezen.
4.9.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Milestone worden begroot op:
- dagvaarding € 81,00
- griffierecht 626,00
- salaris advocaat 980,00
Totaal € 1.687,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen zeven dagen na vonnisdatum een compleet overzicht van zijn inkomstenbronnen aan Milestone te verstrekken, overeenkomstig de sommatie van de deurwaarder van 28 maart 2018, met uitzondering van de gegevens genoemd onder het derde gedachtestreepje,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Milestone een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag dat hij na de betekening van dit vonnis niet voldoet aan de onder 5.1 uitgesproken veroordeling, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Milestone tot op heden begroot op € 1.687,00,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.B. Bakels, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2018.1.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 18‑09‑2018