Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili
Artikel 2 Materiële werkingssfeer
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2016
- Bronpublicatie:
15-06-2005, Trb. 2005, 194 (uitgifte: 10-08-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2015, Trb. 2015, 200 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Dit Verdrag is van toepassing:
- A.
wat betreft Chili, op de wetgeving betreffende:
- a.
het stelsel van ouderdoms-, invaliditeits- en nabestaandenpensioenen, gebaseerd op individuele kapitalisatie;
- b.
de wettelijke regelingen met betrekking tot ouderdoms-, invaliditeits- en nabestaandenpensioenen beheerd door het Instituut voor de Normalisatie van de sociale zekerheid, en
- c.
de wettelijke regelingen met betrekking tot verstrekkingen bij ziekte, alleen voor de toepassing van de artikelen 6 tot en met 12, ook op de wetgeving met betrekking tot:
- d.
de overige sociale-verzekeringsregelingen, indien van toepassing.
- B.
wat betreft Nederland, op de wetgeving betreffende:
- a.
de invaliditeitsverzekering;
- b.
de algemene ouderdomsverzekering;
- c.
de algemene weduwen- en wezenverzekering;
- d.
de kinderbijslag;
- e.
de ziekteverzekering (uitkeringen);
en voor de toepassing van de artikelen 6 tot en met 12, ook op de wetgeving met betrekking tot:
- f.
de ziekteverzekering (verstrekkingen);
- g.
de werkloosheidsverzekering.
2.
Dit Verdrag is eveneens van toepassing op toekomstige wetgeving van een Verdragsluitende Staat, die de in het eerste lid van dit artikel genoemde wetten uitbreidt tot nieuwe groepen rechthebbenden, tenzij de bevoegde autoriteit van die Verdragsluitende Staat binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de nieuwe wetgeving de bevoegde autoriteit van de andere Verdragsluitende Staat ervan in kennis stelt dat zij een zodanige uitbreiding van het Verdrag niet wenst.
3.
Tenzij in dit Verdrag anders is bepaald, omvat de in het eerste lid genoemde wetgeving geen verdragen of andere internationale overeenkomsten of supranationale wetgeving inzake sociale zekerheid die van kracht zijn tussen één van beide Verdragsluitende Staten en een derde Staat, of wetten en regelingen die zijn afgekondigd voor de specifieke uitvoering van deze internationale regelingen.
4.
Dit Verdrag is niet van toepassing op:
- a.
niet-wettelijke sociale-verzekeringsregelingen;
- b.
regelingen inzake sociale en medische bijstand;
en, wat Nederland betreft:
- c.
bijzondere regelingen voor ambtenaren of met hen gelijkgestelden.