Datum eerste toelating is beslissend voor BPM-teruggaaf

Documentgegevens:

Hof 's-Hertogenbosch 23-02-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:564

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Datum: 23 februari 2022
Zaaknummer: 21/00793 tot en met 21/00824 en 21/00833 tot en met 21/00843
Vakgebied(en): Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Fiscaal bestuursrecht / Boete
Brondocumenten: ECLI:NL:GHSHE:2022:564, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 23‑02‑2022
Wetingang: Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 8:75)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 7:15)Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (BWBR0005806, 16a)

Essentie

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep – conform het uiteindelijke standpunt van de inspecteur – dat voor negen gangbare automodellen met een datum eerste toelating in de eerste twee maanden na een tariefsverhoging alsnog teruggaven op grond van art. 16a moeten volgen.

Samenvatting

X voldoet in 2016 op aangifte BPM voor een groot aantal auto’s. In geschil is onder meer of X terecht aanspraak maakt op toepassing van het historische BPM-tarief (art. 16a Wet BPM 1992), zoals volgt uit HR 1 mei 2020, 18/02168, V-N 2020/22.10. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant moet X concreet melden welke auto‘s ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.