Einde inhoudsopgave
Landsverordening bestemmingsheffing AZV [Aruba]
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2023
- Bronpublicatie:
07-07-2023, Afkondigingsblad van Aruba 2023, 25 (uitgifte: 11-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2023, Afkondigingsblad van Aruba 2023, 25 (uitgifte: 11-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Minister | : | de minister, belast met financiën; |
bedrijfsomzet | : | het totaal van de vergoedingen dat een ondernemer ontvangt voor leveringen van goederen en diensten die in het kader van zijn onderneming worden verricht; |
ondernemer | : | een ieder die een beroep of bedrijf zelfstandig uitoefent, alsmede een ieder die een vermogensbestanddeel exploi-teert om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen; |
goederen | : | zaken in de zin van artikel 2 van Boek 3 vanhet Burgerlijk Wetboek van Aruba, alsmede elektriciteit, gas, warmte, koude en dergelijke; |
handelsgoederen | : | goederen die bestemd zijn voor de wederverkoop; |
invoer van goederen | : | het brengen van goederen in het vrije verkeer van Aruba; |
diensten | : | alle prestaties, niet zijnde leveringen van goederen, die tegen vergoeding worden verricht; |
elektronische diensten | : | langs elektronische weg verrichte diensten; |
telecommunicatiediensten | : | diensten waarmee de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, geschriften, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard per draad, via radiofrequente straling, langs optische weg of met behulp van andere elektromagnetische middelen mogelijk wordt gemaakt, met inbegrip van de daarmee samenhangende overdracht en verlening van rechten op het gebruik van infrastructuur voor de transmissie, uitzending of ontvangst, waaronder het bieden van toegang tot wereldwijde informatienetten; |
vergoeding | : | al hetgeen ter zake van de levering van een goed of de verrichting van een dienst wordt ontvangen; |
Inspecteur | : | de inspecteur der belastingen; |
Ontvanger | : | de functionaris, belast met de invordering van door de Inspecteur vastgestelde aanslagen. |
2.
Onder ondernemer als bedoeld in het eerste lid, wordt niet verstaan een rechtspersoon, die niet deelneemt aan het Arubaanse economische verkeer en die in het bezit is van een ontheffing of vergunning als bedoeld in de artikelen 9 tot en met 15 van de Landsverordening deviezenverkeer (AB 1990 no. GT 6), alsmede een naamloze vennootschap of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die een overeenkomst tot onderzoek naar en winning van petroleum is aangegaan als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Petroleumverordening zeegebied Aruba (AB 1987 no. 89), voor zover de omzet voortvloeit uit de exploratie en exploitatie van aardolie en aardgas, als bedoeld in die overeenkomst. De eerste volzin is niet van toepassing op de naamloze vennootschap of vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die is toegelaten tot een vrije zone als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening vrije zones 2000 (AB 2000 no. 28).
3.
Bij regeling van de Minister kunnen publiekrechtelijke rechtspersonen die, anders dan als ondernemer, prestaties verrichten die naar hun aard ook door ondernemers kunnen worden verricht, met betrekking tot die prestaties als ondernemer worden aangemerkt.
4.
Indien een in Aruba gevestigde ondernemer, de moedermaatschappij, juridisch en economisch eigenaar is van alle aandelen in het nominaal geplaatst aandelenkapitaal van een andere in Aruba gevestigde ondernemer, de dochtermaatschappij, wordt op verzoek van beide ondernemers de bestemmingsheffing AZV geheven alsof er één ondernemer is. De Inspecteur beslist op het verzoek bij een voor bezwaar vatbare beschikking. De bestemmingsheffing AZV wordt geheven bij de moedermaatschappij; van een fiscale eenheid als bedoeld in de eerste volzin, kan meer dan één dochtermaatschappij deel uitmaken. De Minister kan regels stellen ten aanzien van de vorming, wijziging en beëindiging van een fiscale eenheid als bedoeld in de eerste volzin.
5.
Bij regeling van de Minister kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de toepassing van de definitie van het begrip handelsgoederen, bedoeld in het eerste lid.