RvdW 2016/523
Art. 81 lid 1 RO. Vermogensrecht. Boetebeding. Matiging (art. 6:94 BW); strekking boetebeding. Grenzen rechtsstrijd.
HR 15-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:664
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 april 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/00426
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:664, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:11, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2016
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Vermogensrecht. Boetebeding. Matiging (art. 6:94 BW); strekking boetebeding. Grenzen rechtsstrijd.
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: mr. S. Kousedghi,
tegen
SBS Broadcasting B.V., te Amsterdam, verweerster in cassatie, adv.: mr. A.M. van Aerde.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
1. Feiten1.
1.1.1
SBS heeft op 10 oktober 2002, met herhaling op 16 januari 2003, een aflevering van het programma ‘Peter R. de Vries, misdaadverslaggever’ uitgezonden met als titel ‘De huurmoorden’. Onderwerp van de aflevering was de mogelijke betrokkenheid van [eiser] en zijn toenmalige echtgenote bij de voorbereiding van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.