NJ 1916, p. 808
Openbaarmaking van iemands portret.
HR 22-05-1916, ECLI:NL:HR:1916:156
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 mei 1916
- Magistraten
Voorzitter: Mr. A. M. B. Hanlo., Raden: Mrs. S. Gratama, C. O. Segers, H. Hesse en Dr. L. E. Visser.
- Zaaknummer
[22051916/NJ_1916,_p._808]
- Conclusie
Mr. Besier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS98326:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1916:156, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑05‑1916
- Wetingang
(Aw art. 35; Sv (oud) art. 143.)
Essentie
Openbaarmaking van iemands portret.
Samenvatting
Openbaarmaking van iemands portret zonder diens toestemming is geenszins altijd verboden, immers de Auteurswet kent in art. 21 een geval, waarin de openbaarmaking ook zonder die toestemming volkomen geoorloofd is, zoodat de Rechtbank, het. primair ten laste gelegde, waarvan bewezen is verklaard dat de beklaagde een portret van een zekeren M. heeft openbaar gemaakt „buiten diens toestemming", terecht niet strafbaar heeft geoordeeld.
Art. 35 der Auteurswet bevat niet een bloot strafrechterlijke sanctie van een elders gegeven verbod, maar stelt geheel in het algemeen strafbaar en verbiedt derhalve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.