NJ 1919, p. 1123
Hof Amsterdam, 16-10-1919
Hof Amsterdam 16-10-1919, ECLI:NL:GHAMS:1919:2
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
16 oktober 1919
- Magistraten
Voorzitter: Mr. R. H. A. M. Romme. Raden: Mrs. C. van der Zweep en W. F. Bijleveld.
- Zaaknummer
[16101919/NJ_1919,_p._1123]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS99004:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1919:2, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑10‑1919
- Wetingang
(Sr art. 311; Sv (oud) art. 308.)
Samenvatting
Regeling van rechtsgebied tusschen Rechtb. en Kantong. met betrekking tot een strafzaak, waarbij de Rechtb. in de telastelegging het misdrijf van art. 314 Sr. en de Kantonrechter dat van art. 315 j°. 311, 3° Sr. zag.
In art. 311, 3° Sr. levert de nachtelijke, tijd op zich zelf niet op de verzwarende omstandigheid, doch uitsluitend in verband met de plaats, waar het delict is gepleegd, te weten in een woning of op een besloten erf.
Uitspraak
[p. 1123 ►]
Het Hof, enz.;
Gezien een request van den Ambtenaar van bet Openbaar Ministerie bij de Kantongerechten in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.