Rb. Oost-Brabant, 05-02-2016, nr. 4691116
ECLI:NL:RBOBR:2016:463
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
05-02-2016
- Zaaknummer
4691116
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOBR:2016:463, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 05‑02‑2016; (Beschikking)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2016:4487
- Vindplaatsen
AR 2017/3070
AR-Updates.nl 2017-0724
VAAN-AR-Updates.nl 2017-0724
Uitspraak 05‑02‑2016
Inhoudsindicatie
WWZ. ontbinding aovk op de e-grond, analytisch laboratoriumassistent bij bedrijf in farmaceutische industrie, die belast is met de kwaliteitscontrole op de medicijnen die werkg ontwikkeld verhandelt gedurende anderhalf jaar in privétijd structureel drugs
beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Civiel Recht
Zittingslocatie ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer: 4691116 \ EJ VERZ 15-633 \ 253
Uitspraakdatum: 5 februari 2016
beschikking
in de zaak van:
de naamloze vennootschap [werkgever],
gevestigd te [plaats],
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. L.D. Brouwer,
en:
de heer [werknemer],
wonende te [plaats],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. R.W.J.H.A. Neijndorff.
Partijen worden hierna [werkgever] en [werknemer] genoemd.
De procedure
1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het verzoekschrift van 18 december 2015, diezelfde datum ter griffie ontvangen;
- -
het verweerschrift, tevens zelfstandig tegenverzoek, ter griffie ontvangen op 12 januari 2016;
- -
de mondelinge behandeling, die heeft plaatsgevonden op 22 januari 2016, en de ten behoeve van die mondelinge behandeling overgelegde gedingstukken alsmede de op de mondelinge behandeling gehanteerde pleitaantekeningen.
De feiten
2. Tussen partijen staat het navolgende in rechte vast omdat het is gesteld en niet of onvoldoende is betwist, dan wel omdat het uit de gedingstukken blijkt.
[werknemer], die is geboren op [geboortedatum] , is op 1 maart 1999 bij een rechtsvoorganger van [werkgever] in dienst getreden. Hij is thans werkzaam als Analytisch Laboratorium Assistent (O2-High) binnen de afdeling Quality Assurance op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Zijn salaris bedraagt € 3.948,42 bruto per maand, vermeerderd met 8% vakantietoeslag en 3% eindejaarsuitkering. In zijn functie controleert [werknemer] of de produkten van [werkgever] aan de voorgeschreven kwaliteitseisen voldoen.
[werknemer] is op 8 november 2015 aangehouden op verdenking van handel in verdovende middelen. In zijn woning zijn ruim 100 XTC-pillen, een aantal liter GBL/GHB, ruim 20 gram speed en ruim 1000 pillen Kamagra in beslag genomen. Kamagra is een illegaal geneesmiddel dat erectieverhogend werkt. [werknemer] heeft twee dagen in voorarrest gezeten. Hij heeft niet zijn werk verzuimd omdat hij reeds eerder voor die twee dagen verlof had opgenomen in verband met een examen. De politie heeft de middelen gevonden bij een politie-inval naar aanleiding van het overlijden van een persoon die tijdens een door [werknemer] georganiseerd feestje pillen had genomen die door [werknemer] waren verstrekt.
De politie heeft [werkgever] over de aanhouding en de reden daarvan bericht. De politie heeft ook aangegeven te vermoeden dat [werknemer] zelf drugs gebruikt. [werkgever] heeft [werknemer] geschorst en intern onderzoek gedaan teneinde na te gaan in hoeverre [werknemer] verplichtingen uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst heeft geschonden. Uit dat onderzoek bleek dat [werknemer] gedurende anderhalf jaar drugs en erectiepillen verhandelde tijdens feestjes die hij organiseerde voor en met zijn vrienden. [werknemer] heeft verklaard dat hij in de weekeinden zelf ook drugs gebruikt, maar dat hij niet verslaafd is. Daarnaast bleek dat [werknemer] niets bij [werkgever] heeft weggenomen en dat het drugsgebruik van [werknemer] geen invloed heeft gehad op zijn werk.
Na het onderzoek heeft [werkgever] voorgesteld de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, en toen [werknemer] daar niet mee akkoord ging heeft zij het onderhavige ontbindingsverzoek ingediend.
Het geschil.
3.1. [
werkgever] verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst tussen partijen per
1 februari 2015 te ontbinden, en voor recht te verklaren dat [werkgever] geen transitievergoeding verschuldigd is.
3.2. [
werkgever] legt aan die verzoeken het volgende ten grondslag.
Primair: Er is sprake van verwijtbaar handelen of nalaten van [werknemer], zodanig dat van [werkgever] in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, zoals bedoeld in artikel 7: 669 lid 3, onderdeel e BW. [werknemer] heeft gehandeld in strijd met de gedragscode van [werkgever]. Daar komt bij dat het handelen in drugs en in illegale geneesmiddelen in strijd is met de normen en waarden van [werkgever] die onder meer zien op het beschermen en verbeteren van de gezondheid van mensen. Ook kan het imago van [werkgever] door de handelwijze van [werknemer] worden geschaad.
Subsidiair: Er is sprake van andere omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 7: 669 lid 3, onderdeel h BW, nu [werknemer] door zijn gedragingen een onherstelbare vertrouwensbreuk tussen partijen heeft veroorzaakt.
Het ligt niet in de rede om [werknemer] een andere functie binnen [werkgever] aan te bieden omdat [werkgever] hoge integriteiteisen stelt aan al haar medewerkers en het handelen van [werknemer] juist ziet op de essentie van waar [werkgever] voor staat (het beschermen en verbeteren van de volksgezondheid).
Er is sprake van ernstige verwijtbaarheid. Daarom verzoekt [werkgever] de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst tegen een eerdere datum te ontbinden dan de datum die normaliter zou gelden. Omdat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen is [werkgever] in alle redelijkheid geen transitievergoeding verschuldigd.
4. [ werknemer] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Hij voert daartoe het volgende aan.
Primair: [werknemer] heeft niet gehandeld in strijd met de gedragscode. In de gedragscode staat dat het bezit, de verkoop of het gebruik van illegale drugs, of het onder invloed zijn van dergelijke drugs in werktijd of op het bedrijfsterrein, of op door het bedrijf gesponsorde evenementen, is verboden. Er staat niet in dat voornoemd gedrag in privétijd verboden is.
De gedragingen vonden uitsluitend in privétijd plaats en hebben geen enkele invloed op het werk gehad. [werknemer] wist niet dat de Kamagra pillen illegaal waren en hij verkocht de drugs en medicijnen alleen aan vrienden. [werknemer] weet nu dat Kamagra illegaal is en zal in de toekomst geen drugs en Kamagra meer verhandelen. [werknemer] stelt zich op het standpunt dat [werkgever] met een minder vergaande sanctie dan ontslag had moeten volstaan.
Subsidiair: De h-grond is niet bedoeld als aanvulling voor een imperfecte e-grond. Het door [werkgever] gestelde geschonden vertrouwen is volgens [werkgever] het gevolg van het door haar gestelde verwijtbaar handelen van [werknemer], en hangt daar dus mee samen. Er is dus geen andere, aparte reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de h-grond genoemd. Daarom moet het ontbindingsverzoek op deze grond worden afgewezen.
[werknemer] kan binnen een redelijke termijn, eventueel met behulp van scholing, worden herplaatst in een andere functie. Het herplaatsen van [werknemer] ligt in de rede omdat er geen sprake is van verwijtbaar handelen.
5. Voor zover de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [werknemer] de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst pas te beëindigen per de wettelijke datum. Daarnaast vordert hij toekenning van een transitievergoeding van € 32.339,00 bruto. Hij legt daaraan ten grondslag dat, als er al sprake is van verwijtbaar handelen, er in ieder geval geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van [werknemer].
6. [ werkgever] heeft tegen die verzoeken van [werknemer] verweer gevoerd.
De beoordeling
in de zaak van het verzoek
7. De kantonrechter stelt vast dat er geen sprake is van een opzegverbod, zodat dat niet aan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg staat.
8. Met betrekking tot de vraag of er sprake is van verwijtbaar handelen door [werknemer], zodanig dat van [werkgever] niet gevergd kan worden dat zij de arbeidsovereenkomst voort laat duren, overweegt de kantonrechter het volgende.
[werkgever] is een farmaceutisch bedrijf. De gedragingen van [werknemer] staan, ondanks dat zij in de privésfeer plaatsvonden, in nauwe betrekking tot het dienstverband van [werknemer] bij [werkgever]. [werknemer] is immers werkzaam als analytisch laboratoriumassistent en belast met de kwaliteitscontrole op de medicijnen die [werkgever] ontwikkelt en produceert. Zijn gedragingen bestonden uit het in het verkeer brengen van drugs en van illegale medicijnen die geenszins voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen voor geneesmiddelen.
Juist vanwege zijn functie had [werknemer] er bedacht op kunnen en moeten zijn dat drugs en medicijnen of middelen die via internet worden aangeboden veiligheidsrisico’s met zich brengen. Dat risico heeft zich ook verwezenlijkt, nu iemand (mede) als gevolg van het gebruik van door [werknemer] geleverde pillen is overleden. Omdat [werknemer] op die risico’s bedacht had moeten zijn, had hij naar het oordeel van de kantonrechter moeten onderzoeken of de middelen die op www.kamagra.nl werden aangeboden legaal en veilig waren. Dit is des te meer het geval, omdat op de website staat vermeld dat het middel de werkzame stof sildenafil bevat, en middelen die deze stof bevatten slechts op recept verstrekt mogen worden. Dit had [werknemer] behoren te weten.
Het in het verkeer brengen van drugs en van middelen waarvan [werknemer] had kunnen en moeten weten dat die niet aan de veiligheidseisen voldeden, is in strijd met de doelstelling en de daarmee samenhangende normen en waarden van [werkgever], die gericht zijn op het beschermen en verbeteren van de volksgezondheid. Ook staat het haaks op de werkzaamheden die [werknemer] bij [werkgever] verricht, te weten het controleren van de medicijnen die [werkgever] ontwikkelt en produceert op kwaliteit en veiligheid. De gedragingen van [werknemer] doen naar het oordeel van de kantonrechter ernstig afbreuk aan de integriteit die [werkgever] van haar medewerkers verwacht en mag verwachten. Daarvoor is ook indringend en herhaaldelijk (jaarlijks) door [werkgever] aandacht van haar medewerkers gevraagd.
Gelet op dat alles is de kantonrechter van oordeel dat er een voldoende nauw verband is tussen het dienstverband van [werknemer] bij [werkgever] en zijn gedragingen, zodat het handelen van [werknemer] verwijtbaar is in het kader van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter acht het begrijpelijk dat [werkgever] haar vertrouwen heeft verloren in [werknemer] als werknemer. Daar komt bij dat de kans op imagoschade aanwezig is, gezien de publiciteit die de gedragingen van [werknemer] reeds getrokken heeft en de kring van personen die bekend is met de gedragingen van [werknemer] en zijn dienstverband bij [werkgever]. Dat [werkgever] zich genoopt ziet maatregelen te treffen jegens [werknemer] om imagoschade te minimaliseren acht de kantonrechter begrijpelijk. Om al deze redenen is de kantonrechter van oordeel dat van [werkgever] niet gevergd kan worden dat zij de arbeidsovereenkomst voort laat duren.
9. Ingevolge artikel 7:669 lid 1 BW, laatste volzin, ligt herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie in ieder geval niet in de rede indien er sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer als bedoeld in 7:669 lid 3, onderdeel e BW. Aangezien de arbeidsovereenkomst op die grond wordt ontbonden, ligt in het onderhavige geval herplaatsing van de werknemer niet in de rede, en is aan de voorwaarde dat dat laatste het geval is voldaan.
10. Gelet op al het voorgaande zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbinden.
11. De kantonrechter dient in beginsel de arbeidsovereenkomst te ontbinden op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd. Zij kan echter een eerder tijdstip bepalen als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (artikel 7: 671b lid 8, onderdeel a en b BW).
Het verhandelen van drugs en het in het verkeer brengen van illegale medicijnen staat haaks op de normen en waarden van [werkgever] . Ook is het in flagrante strijd met de eisen waaraan [werkgever] bij de ontwikkeling en productie van haar medicijnen gebonden is, en dus ook aan de eisen die [werknemer] bij zijn werk voor [werkgever] in acht moet nemen. Daar komt bij dat er sprake is van het langdurig en structureel verhandelen van drugs en in het verkeer brengen van illegale medicijnen, nu [werknemer] de middelen reeds anderhalf jaar verhandelt en dit stelselmatig ieder tweede weekend doet op door hemzelf of bij vrienden georganiseerde feesten.
Dat alles maakt dat de kantonrechter van oordeel is dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [werknemer].
Dat [werknemer] ruim 16 jaar bij [werkgever] in dienst is en al die tijd naar behoren heeft gefunctioneerd, neemt het ernstig verwijtbare karakter van het handelen van [werknemer] niet weg. Juist iemand die zo lang in dienst is, had doordrongen moeten zijn van de bedrijfsethiek van zijn werkgever.
Gelet op dat alles zal de kantonrechter het verzoek van [werkgever] om de arbeidsovereenkomst op kortere termijn te ontbinden honoreren en de arbeidsovereenkomst ontbinden per 15 februari 2016.
12. Omdat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [werknemer] is op grond van artikel 7: 673 lid 7, aanhef en onder c BW geen transitievergoeding verschuldigd. De kantonrechter zal het verzoek om een verklaring voor recht dan ook honoreren.
13. [ werknemer] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
in de zaak van het tegenverzoek
14. Uit hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 9 en 10 vloeit voort dat de verzoeken om de arbeidsovereenkomst tegen de normale datum te ontbinden en om een transitievergoeding toe te kennen worden afgewezen.
15. [ werknemer] zal ook in deze zaak als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden tot op heden begroot op nihil omdat ten behoeve van het tegenverzoek geen zelfstandige proceshandelingen zijn verricht.
De beslissing
De kantonrechter:
in de zaak van het verzoek
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 15 februari 2016;
verklaart voor recht dat [werkgever] aan [werknemer] geen transitievergoeding verschuldigd is;
veroordeelt [werknemer] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [werkgever] begroot op € 116,00 aan griffierecht en € 400,00 aan gemachtigdensalaris (niet met btw belast), derhalve in totaal € 516,00;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
in de zaak van het tegenverzoek
wijst het verzoek af;
veroordeelt [werknemer] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [werkgever] begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2016.