Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/625 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (verordening officiële controles)
Artikel 44 Officiële controles van andere dieren en goederen dan die welke krachtens afdeling II aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2017
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Inwerkingtreding
27-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegde autoriteiten verrichten regelmatig, op basis van het risico en met een passende frequentie officiële controles van dieren en goederen die de Unie binnenkomen en waarop de artikelen 47 en 48 niet van toepassing zijn, om de naleving van de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels te verifiëren.
2.
Voor de in lid 1 bedoelde dieren en goederen wordt de ‘passende frequentie’ van de officiële controles bepaald met inachtneming van:
- a)
de aan de verschillende soorten dieren en goederen verbonden risico's voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor het dierenwelzijn, of, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook voor het milieu;
- b)
alle informatie die erop wijst dat consumenten waarschijnlijk misleid worden, met name wat betreft de aard, identiteit, kenmerken, samenstelling, hoeveelheid, duurzaamheid, land van oorsprong of plaats van herkomst, fabricage- of productiemethode van goederen;
- c)
de naleving in het verleden van de op de betrokken dieren of goederen toepasselijke regels bedoeld in artikel 1, lid 2:
- i)
door het derde land en, in voorkomend geval, de inrichting van oorsprong of de productieplaats;
- ii)
door de exporteur;
- iii)
door de voor de zending verantwoordelijke exploitant;
- d)
de reeds op de betrokken dieren en goederen verrichte controles, en
- e)
de door de bevoegde autoriteiten van het derde land van oorsprong gegeven garanties betreffende naleving van de voorschriften van de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels of van voorschriften waarvan erkend is dat zij ten minste gelijkwaardig daaraan zijn, voor de betrokken dieren en goederen.
3.
De in lid 1 bedoelde officiële controles worden uitgevoerd op een geschikte plaats binnen het douanegebied van de Unie, met inbegrip van:
- a)
het punt van binnenkomst in de Unie;
- b)
een grenscontrolepost;
- c)
het punt van vrijgave voor het vrije verkeer in de Unie;
- d)
de entrepots en de gebouwen van de voor de zending verantwoordelijke exploitant;
- e)
de plaats van bestemming.
4.
Niettegenstaande de leden 1 en 3 verrichten de bevoegde autoriteiten, telkens wanneer zij aan de grenscontroleposten en andere punten van binnenkomst in de Unie redenen hebben om aan te nemen dat de binnenkomst ervan in de Unie een risico voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor het dierenwelzijn, of, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook voor het milieu kan opleveren, officiële controles van:
- a)
vervoermiddelen, ook als zij leeg zijn, en
- b)
verpakkingen, met inbegrip van pallets.
5.
De bevoegde autoriteiten kunnen ook officiële controles verrichten van goederen die vallen onder een van de douaneregelingen van artikel 5, punt 16, onder a), b), en c), van Verordening (EU) nr. 952/2013 en in een tijdelijke opslag als gedefinieerd in artikel 5, punt 17, van die verordening.