Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 84
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2022
- Bronpublicatie:
25-10-2021, Stb. 2017, 317 jo Stb. 2021, 499 jo Stb. 2021, 500 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 35112)
25-10-2021, Stb. 2017, 317 jo Stb. 2021, 499 jo Stb. 2021, 500 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 33328)
26-07-2017, Stb. 2017, 317 jo Stb. 2021, 499 jo Stb. 2021, 500 (uitgifte: 17-08-2017, kamerstukken: 34588)
16-06-2021, Stb. 2021, 300 (uitgifte: 25-06-2021, kamerstukken: 35242)
- Inwerkingtreding
01-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2021, Stb. 2021, 499 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 33328)
25-10-2021, Stb. 2021, 499 (uitgifte: 27-10-2021, kamerstukken: 33328)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 80 wordt afgewezen, voor zover verstrekking van de gegevens waarop de aanvraag betrekking heeft:
- a.
de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;
- b.
de nationale veiligheid zou kunnen schaden.
2.
Een aanvraag wordt voorts afgewezen voor zover het belang van verstrekking van de gegevens waarop de aanvraag betrekking heeft, niet opweegt tegen de volgende belangen:
- a.
de betrekkingen van Nederland met andere landen en staten en met internationale organisaties;
- b.
de economische of financiële belangen van de staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen;
- c.
de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
- d.
inspectie, controle en toezicht door of vanwege bestuursorganen;
- e.
de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
- f.
bedrijfs- en fabricagegegevens die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld, alsmede andere concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;
- g.
de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;
- h.
de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;
- i.
het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen;
- j.
indien geen sprake is van milieu-informatie, de onevenredige benadeling van een ander belang dan genoemd in het eerste of tweede lid.
3.
Indien een aanvraag tot kennisneming wordt afgewezen wordt de commissie van toezicht hiervan op de hoogte gesteld. De mededeling aan de commissie gaat vergezeld van een motivering waarom het verzoek is afgewezen.
4.
De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing op een aanvraag als bedoeld in artikel 76 onderscheidenlijk 79, voor zover een dergelijke aanvraag niet wordt afgewezen ingevolge artikel 82 onderscheidenlijk 83.