Einde inhoudsopgave
Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten
Artikel 10a Vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage waarnaar uitbetaald wordt bij anticumulatie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
16-07-2020, Stb. 2020, 280 (uitgifte: 23-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2020, Stb. 2020, 280 (uitgifte: 23-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Mate van arbeidsongeschiktheid
1.
Dit artikel is van toepassing bij de uitvoering van de artikelen 44, eerste lid, van de WAO of 58, eerste lid, van de Waz, indien er sprake is van loon als bedoeld in het tweede lid van de genoemde artikelen.
2.
De artikelen 9 en 10 zijn niet van toepassing.
3.
Het maatmaninkomen per uur, bedoeld in hoofdstuk 2[lees: hoofdstuk 3], paragraaf 1, wordt herleid naar een maatmaninkomen per aangiftetijdvak. Dit gebeurt door het maatmaninkomen per uur te vermenigvuldigen met:
- a.
de urenomvang per week van de maatgevende arbeid en het quotiënt van 52,2 en 12, indien het aangiftetijdvak een kalendermaand betreft; of
- b.
de urenomvang per week van de maatgevende arbeid en 4, indien het aangiftetijdvak vier weken betreft.
4.
Het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt als volgt berekend:
(M–L) / M * 100%
Hierbij staat
L voor het loon, bedoeld in de artikelen 44, tweede lid, van de WAO en 58, tweede lid, van de Waz, per aangiftetijdvak; en
M voor het maatmaninkomen zoals berekend op grond van het derde lid.