JWB 2013/566
HR, 06-12-2013, nr. 13/03625
HR 06-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1623
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 2013
- Zaaknummer
13/03625
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1623, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:994, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2013
Samenvatting
Casus
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de volgende stukken:
- a.
het vonnis in de zaak met het insolventienummers C/02/11/795 R en C/02/11/796 R van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 mei 2013;
- b.
het arrest in de zaak HV 200.126.747/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 juli 2013.
Beslissing
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld heeft klaarblijkelijk onvoldoende belang bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.