Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 131 [Bevoegde rechter]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
11-11-2020, Stb. 2020, 507 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken: 34491)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2020, Stb. 2020, 508 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
De rechtbank, binnen welker rechtsgebied de vennootschap haar woonplaats heeft, neemt kennis van alle rechtsvorderingen betreffende de overeenkomst tussen de naamloze vennootschap en de bestuurder, daaronder begrepen de vordering bedoeld bij artikel 138 van dit Boek, waarvan het bedrag onbepaald is of € 25.000 te boven gaat. Dezelfde rechtbank neemt kennis van verzoeken als bedoeld in artikel 671b en artikel 671c van Boek 7 betreffende de in de eerste zin genoemde overeenkomst. De zaken, bedoeld in de eerste en tweede volzin, worden niet behandeld en beslist door de kantonrechter.