Einde inhoudsopgave
Wet algemene bepalingen burgerservicenummer
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 13-06-2018
- Bronpublicatie:
28-03-2018, Stb. 2018, 106 (uitgifte: 19-04-2018, kamerstukken: 34852)
- Inwerkingtreding
13-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2018, Stb. 2018, 159 (uitgifte: 12-06-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerzaken (V)
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
Onze Minister draagt zorg voor de inrichting en de instandhouding van een beheervoorziening, waarvan deel uitmaken:
- a.
voorzieningen met behulp waarvan nummers die als burgerservicenummer kunnen worden toegekend, worden aangemaakt en ter beschikking worden gesteld;
- b.
het nummerregister;
- c.
voorzieningen met behulp waarvan het nummerregister kan worden geraadpleegd;
- d.
voorzieningen met behulp waarvan de daartoe bestemde registraties kunnen worden geraadpleegd teneinde na te gaan:
- 1°
of aan een bepaalde persoon reeds een burgerservicenummer is toegekend en zo ja, welk burgerservicenummer;
- 2°
aan welke persoon een bepaald burgerservicenummer is toegekend;
- 3°
of het Nederlandse document, met behulp waarvan een persoon zich identificeert, een document is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 4°, van de Wet op de identificatieplicht.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de inrichting, de instandhouding, de werking en de beveiliging van de beheervoorziening.