Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 1.23 [Belang van internationale betrekkingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2013
- Bronpublicatie:
29-06-2012, Stb. 2012, 308 (uitgifte: 06-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2013, Stb. 2013, 165 (uitgifte: 03-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Bij een besluit betreffende de machtiging tot voorlopig verblijf is het belang van de internationale betrekkingen in ieder geval betrokken, indien de aanvraag tot het verlenen van de machtiging tot voorlopig verblijf is ingediend door of ten behoeve van een vreemdeling:
- a.
op wie krachtens verdrag of bindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie rechtstreeks of indirect sancties van toepassing zijn;
- b.
die in het Schengen Informatiesysteem gesignaleerd staat ter fine van weigering van de toegang in geval met de signalerende lidstaat geen overeenstemming kon worden bereikt over de opheffing van de signalering;
- c.
ter deelname aan in Nederland te voeren vredesbesprekingen;
- d.
die behoort tot de hoge bestuursfunctionarissen van een vreemde mogendheid;
- e.
met het oog op het functioneren van een in Nederland zetelende internationale instantie.
2.
In het eerste lid, onder b, wordt verstaan onder lidstaat: staat waartoe de werkingssfeer van een door Onze Minister verleend visum zich krachtens een voor Nederland verbindend verdrag, EU-verordening, -richtlijn of -besluit uitstrekt.