Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 204 [Nietige erkenning]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
09-03-2023, Stb. 2023, 84 (uitgifte: 17-03-2023, kamerstukken: 35348)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 118 (uitgifte: 14-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
1.
De erkenning is nietig, indien zij is gedaan:
- a.
door een persoon die krachtens artikel 41 geen huwelijk met de moeder mag sluiten;
- b.
door een minderjarige die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt;
- c.
indien het kind de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de moeder of de vader;
- d.
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het kind van twaalf jaren of ouder;
- e.
terwijl er twee ouders zijn.
2.
De in het vorige lid onder c en d vereiste toestemming kan ook geschieden ter gelegenheid van het opmaken van de akte van erkenning.
3.
De toestemming van de moeder wier kind de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, dan wel de toestemming van het kind van twaalf jaren of ouder, kan op verzoek van de persoon die het kind wil erkennen, door de toestemming van de rechtbank worden vervangen, tenzij dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind schaadt of een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in het gedrang komt, mits deze persoon:
- a.
de verwekker van het kind is; of
- b.
de biologische vader van het kind, die niet de verwekker is en in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind.
4.
De toestemming van de moeder wier kind de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, dan wel de toestemming van het kind van twaalf jaren of ouder, kan op verzoek van de persoon die als levensgezel van de moeder ingestemd heeft met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, door de toestemming van de rechtbank worden vervangen als dit in het belang is van het kind.
5.
Een persoon die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, mag slechts erkennen of toestemming verlenen voor erkenning nadat daartoe toestemming is verkregen van de kantonrechter.