Module Ruimtelijke ordening 2019/8214
De aan te houden peildatum voor de raming van inbrengwaarden kan afwijken van het moment van vaststelling van het exploitatieplan, maar de inbrengwaarden moeten op het moment van de vaststelling van het plan nog wel voldoende actueel zijn. (Heiloo)
ABRvS 24-07-2019, ECLI:NL:RVS:2019:2548
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 juli 2019
- Magistraten
Mr. Hoekstra
- Zaaknummer
201802828/1/R1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:2548, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑07‑2019
- Wetingang
art. 6.13 Wet ruimtelijke ordening
Essentie
De aan te houden peildatum voor de raming van inbrengwaarden kan afwijken van het moment van vaststelling van het exploitatieplan, maar de inbrengwaarden moeten op het moment van de vaststelling van het plan nog wel voldoende actueel zijn. (Heiloo)
Samenvatting
mr. B. Klein Nulent
Besluit tot vaststelling exploitatieplan voor een gebied waarin woningbouw is voorzien. Bij de raming van inbrengwaarden moet een eenduidige peildatum worden gehanteerd. De aan te houden peildatum kan afwijken van het moment van vaststelling van het exploitatieplan, maar de geraamde inbrengwaarden moeten - net als de andere kostenramingen - op het moment van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.