Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 03-01-1976
- Bronpublicatie:
16-12-1966, Trb. 1978, 178 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-12-1966, Trb. 1969, 100 (uitgifte: 16-07-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-01-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-1966, Trb. 1978, 178 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-12-1978, Trb. 1978, 178 (uitgifte: 16-12-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Staatsrecht / Grondrechten
1.
De Staten die partij zijn bij dit Verdrag verbinden zich overeenkomstig dit deel van het Verdrag rapporten in te dienen over de maatregelen die zij hebben genomen en de vorderingen die zij hebben gemaakt bij de totstandkoming van de in dit Verdrag erkende rechten.
2
(a)
Alle rapporten dienen bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties te worden ingediend; deze doet hiervan afschriften toekomen aan de Economische en Sociale Raad ter bestudering overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag.
(b)
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties doet tevens aan de gespecialiseerde organisaties afschriften van de rapporten, of van daarvoor in aanmerking komende delen daarvan, afkomstig van Staten die partij zijn bij dit Verdrag en die tevens lid zijn van die gespecialiseerde organisaties toekomen voor zover deze rapporten, of delen daarvan betrekking hebben op zaken die tot de verantwoordelijkheid behoren van die gespecialiseerde organisaties overeenkomstig hun statutaire bepalingen.