Rb. Zutphen, 24-10-2012, nr. 129703 / HA RK 12-31

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

Bij beschikking van 15 juni 2012 is de beslissing aangehouden totdat door de Raad voor de Rechtsbijstand beslist is op het bezwaarschrift gericht tegen de afwijzing van de toevoegingsaanvraag van de Vof.

Bij brief van 23 oktober 2012 hebben de Vof en haar vennoten een afschrift van de beslissing van de Raad voor de Rechtsbijstand op hun bezwaarschrift in het geding gebracht. Daaruit blijkt dat het bezwaar van de Vof ongegrond is verklaard. In het bij die beslissing gevoegde advies van de Commissie voor Bezwaar van de Raad voor de Rechtsbijstand wordt onder meer het volgende overwogen:

“(…) In de werkinstructie toevoegen voor bedrijfsmatige rechtsbelangen op de kenniswijzer staat vermeld dat een aanvraag toevoeging altijd op naam van de aansprakelijk gestelde vennoot komt te staan en niet op naam van de VOF.

Aangezien de raad aan alle vennoten een toevoeging heeft afgegeven voor het voeren [van, rb] de schadestaatprocedure, is de commissie van oordeel dat de raad met de recht de toevoegingsaanvraag op naam van de V.O.F. heeft afgewezen (…)”

De rechtbank begrijpt hieruit dat de Raad voor de Rechtsbijstand zich op het standpunt stelt dat een aan een of meer vennoten van een Vof verstrekte toevoeging wordt geacht ook te zijn verstrekt aan die Vof.

Nu aan alle vennoten van de Vof een toevoeging is verstrekt, dient aan de Vof het griffierecht voor een met een toevoeging procederende partij in rekening te worden gebracht. De beslissing die aan de nota van 26 maart 2012 ten grondslag ligt zal daarom worden vernietigd en de griffier zal gelast worden het teveel betaalde

(€ 575,-- -/- € 73,-- =) € 502,-- aan de Vof en haar vennoten terug te betalen.